De Brusselse Raad voor gelijkheid tussen vrouwen en mannen (RGVM) organiseerde een conferentie met als titel “Overvolle crèches, overweldigde ouders: welke oplossingen voor Brussel?” Op die conferentie waren verenigingen uit de kinderopvangsector, kinderverzorgsters, politieke vertegenwoordigers en natuurlijk ook ouders aan wie deze kwestie aanbelangt. Ook Born in Brussels was van de partij.
Na de publicatie van een initiatiefadvies van de RGVM in december 2024 was dit een logisch onderwerp voor deze conferentie. Het is namelijk zo dat de kinderopvangsector het al een aantal jaren moeilijk heeft. Dat is dan ook waarom de kinderverzorgsters in 2023 aan de alarmbel hebben getrokken: de sector van de kinderopvang vraagt substantiële hulp. De sector kent meerdere problemen, waaronder een tekort aan plaatsen in de kinderopvang, vooral in de armste gemeenten, bekritiseerde werkomstandigheden, een gebrek aan erkenning en financiële waardering en een personeelstekort omdat de sector minder aantrekkelijk is geworden. De verdeling van de bevoegdheden op beleidsniveau in Brussel maakt het ook niet gemakkelijker voor de sector om het hoofd boven water te houden.
“De gelijkheid tussen vrouwen en mannen waarborgen is een werk dat niet stopt. Er moet systematisch rekening mee worden gehouden bij de ontwikkeling van het Brusselse beleid, bij het dagelijkse beheer van het gewest en bij de evaluatie van dit beleid en de ondernomen acties.” De Brusselse Raad voor gelijkheid tussen vrouwen en mannen (RGVM)
Waarom een advies van de RGVM?
In het advies van de Brusselse Raad voor gelijkheid tussen vrouwen en mannen van eind 2024 wordt een zeer complexe situatie uiteengezet. Een van de grootste uitdagingen voor de kinderopvangsector is het gebrek aan evenwicht tussen vraag en aanbod voor kinderopvangplaatsen. Ondanks een verbetering van de dekkingsgraad tussen 2013 en 2022, bevestigt de RGVM dat deze nog lang niet volstaat. Bovendien vragen bepaalde gezinnen geen plaats aan, waaruit we kunnen afleiden dat ze de zoektocht hebben opgeven. Dat kan aan het plaatstekort liggen of omdat die gezinnen financiële of geografische toegankelijkheidsproblemen ondervinden. Tot slot benadrukt de RGVM de wanverhouding tussen vraag en aanbod, in het bijzonder als we de situatie niet alleen op gewestelijk niveau bekijken, maar ook per gemeente of wijk. Zo schrijft de Raad in zijn advies: “Er zijn grote verschillen, over het algemeen tussen de rijkere gemeenten in het zuidoosten, die een beter kinderopvangaanbod hebben, en de armere gemeenten in het noordoosten, die er minder goed voor staan.”
Wat staat in het advies?
Ter voorbereiding van dit nieuwe advies heeft de RGVM in 2024 een aantal hoorzittingen gehouden. Deze hoorzittingen werden gehouden met het kabinet van de minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Rudi Vervoort, perspective.brussels, de Ligue des familles en de Gezinsbond. Het advies bevat eisen aan de federale regering, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG), de Federatie Wallonië-Brussel (FWB), de Vlaamse Gemeenschap (VG), de Franse Gemeenschapscommissie (FGC) en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC). Er staan ook transversale aanbevelingen in voor de verschillende beleidsniveaus van het land en specifieke aanbevelingen van de RGVM over twee belangrijke thema’s:
- aantal plaatsen en toegankelijkheid: het aantal plaatsen verhogen, focussen op wijken met een lage dekkingsgraad, inspelen op de vraag: geboorte- en ouderschapsverlof, peutertuin en opvangklassen, de financiële toegankelijkheid verhogen, het inschrijvingsproces vergemakkelijken en de kwaliteit van de opvang verbeteren en de inclusie van kinderen met specifieke behoeften versterken;
- tewerkstelling en opleiding: de aantrekkelijkheid en werk- en loonomstandigheden van de sector verbeteren, administratieve procedures vereenvoudigen en teams ondersteunen, kinderopvang opnemen in een gewestelijke raamovereenkomst voor werkgelegenheid, opleiding en onderwijs, de initiële opleidingen bijwerken en uitbreiden en het mogelijk maken om buitenlandse diploma’s te erkennen.
→ Naar het initiatiefadvies: Kinderopvang in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Een ondergewaardeerd beroep
Twee kinderverzorgsters namen het woord om hun ervaring te delen en te vertellen over hun dagelijkse uitdagingen, het gebrek aan waardering voor hun beroep, en de psychologische en fysieke gevolgen hiervan. Lees hier een van de twee getuigenissen:
Kinderen zien opgroeien, hun ontwikkeling volgen en zien hoe ze zelfstandig worden geeft enorm veel voldoening. We krijgen elke dag de kans om bij te dragen aan hun ontwikkeling en hen te begeleiden in deze essentiële fase van hun leven. Het is belangrijk om het vertrouwen van de ouders te hebben. Helaas is het een slechtbetaalde job die zowel fysiek als psychisch zijn tol eist. We worden blootgesteld aan stress, een constante mentale last en repetitieve handelingen: kinderen dragen, lang rechtstaan en voortdurend vooroverbuigen wat op lange termijn kan leiden tot musculoskeletale aandoeningen zoals rug-, schouder- en kniepijn. Die pijn wordt chronisch na verloop van tijd waardoor we met langdurig ziekteverlof moeten. Wanneer we dan terugkomen, krijgen we het gevoel dat we te lang zijn weggeweest. Ook onze geestelijke gezondheid heeft het zwaar te verduren: we moeten tegelijk omgaan met veeleisende en bezorgde ouders, onderbemande collega’s helpen en aan een hectisch tempo werken. Ons beroep lijdt onder een personeelstekort, een onaantrekkelijk imago, onvoldoende loon, beperkende werktijden en een gebrek aan erkenning voor een beroep waar je een roeping voor moet hebben. Voor de overgrote meerderheid van de vrouwen in dit beroep – die ook voor hun eigen gezin zorgen – is het erg moeilijk om een balans te vinden met het privé- en gezinsleven. Sommige kinderverzorgsters, zoals ik, hebben hun werkuren moeten verminderen omdat ze niet te combineren zijn met een gezinsleven. Anderen gaan deeltijds werken omdat ze uitgeput zijn, wat ten koste gaat van hun inkomen of carrière, of ze verlaten het beroep met spijt in het hart. We denken niet dat we het uithouden tot ons pensioen, want 45 jaar in een kinderopvang werken lijkt voor velen van ons echt onmogelijk. We willen dat ons beroep wordt erkend als een zwaar beroep, zodat we vroeg en waardig met pensioen kunnen gaan. Hoewel het een fantastisch beroep is, worden de werkomstandigheden steeds onzekerder: er is een gebrek aan aangepaste medische ondersteuning voor het personeel, aan erkenning van de zware aard van het werk en aan aanpassingen aan het einde van de loopbaan. Er moet dus dringend actie worden ondernomen om de kwaliteit van de kinderopvang en de gezondheid van de professionals, die zo gepassioneerd werken, te beschermen.” Gladys Romo Aguilera, al twintig jaar lang kinderverzorgster in een openbare kinderopvang in Brussel.
Over de RGVM
De Brusselse Raad voor gelijkheid tussen vrouwen en mannen is sinds 2012 het autonome adviesorgaan voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hij brengt adviezen en aanbevelingen uit over onderwerpen met betrekking tot de gelijkheid tussen vrouwen en mannen. Het bijzondere aan deze raad is zijn vierdelige samenstelling: sociale partners, de Nederlandstalige Vrouwenraad en de Conseil des Femmes Francophones de Belgique en relevante organisaties van het maatschappelijk middenveld en van de academische wereld. De Raad heeft de volgende opdrachten:
- adviezen en aanbevelingen uitbrengen over alle materies met een mogelijke impact op de gelijkheid tussen vrouwen en mannen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
- het thema van de gelijkheid tussen vrouwen en mannen opvolgen, ook op andere beleidsniveaus, voor zover dit gevolgen heeft in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
- een jaarverslag publiceren ter attentie van de Regering met betrekking tot de gevoerde activiteiten en de bestemming van zijn financiële middelen;
- een publiek debat organiseren, eenmaal per jaar, met betrekking tot de Raad en de vooruitzichten voor de toekomst.
→ Lees meer over de RGVM: Brusselse Raad voor gelijkheid tussen vrouwen en mannen of bel naar 02 205 68 85.
Samuel Walheer