Overlijden van een baby, jong kind

Het verlies een kind is zonder twijfel de meest pijnlijke beproeving. De ouders verliezen een deel van zichzelf, een drijvende kracht in hun leven, zij zijn diep gekwetst, ten prooi aan hevig lijden. “Waarom wij? Waarom hij?” De dood van een kind gaat in tegen de natuurlijke gang der dingen we ervaren dit als een vreselijk onrecht.

Professionele en familiale rouwbegeleiding

Om met deze emotionele rollercoaster te kunnen omgaan, richten wij ons tot wie die dicht bij ons staat, die ons na aan het hart ligt.

De ziekenhuisteams helpen je in deze moeilijke periode. Vertrouw op hen, zij stonden de afgelopen weken en maanden dicht bij jouw kind, jou en je familie. Ze blijven ook nu dichtbij, als je dat wenst.

Er zijn ook mensen met soortgelijke ervaringen die ouders in dezelfde situatie willen helpen: de  zelfhulporganisaties.

Aangifte van overlijden

Sinds maart 2019 kunnen ouders hun ongeboren kind naar keuze al dan niet bij de gemeente in te schrijven na een zwangerschap van 140 dagen tot 179 dagen. Vanaf 180 dagen is de registratie verplicht. De registratie van een levenloos geboren kind vindt plaats op het moment van de geboorte van het kind (na meer dan 140 dagen zwangerschap), na vaststelling door de ambtenaar van de burgerlijke stand, de arts of de gediplomeerde verloskundige.

Het is mogelijk om in de overlijdensakte de naam (of namen) van het levenloos geboren kind (vanaf 140 dagen zwangerschap) te vermelden. Dit wordt geheel overgelaten aan de ouders, maar het het is vaak aanbevolen, omdat het kan helpen bij het rouwproces.

Als het kind levend geboren wordt, maar sterft nog voor de geboorteaangifte, moeten een geboorte- en een overlijdensakte worden opgemaakt, geen aangifte van levenloze geboorte.

Begrafenissen en de vermenselijking van rouw

De maatschappelijk werkers van het ziekenhuis waar je kind werd behandeld, kunnen je meestal helpen in deze moeilijke periode. Zij zijn op de hoogte van de diverse plechtigheden en zullen jou adviseren over wat je voor je kind kan doen. De sociale dienst van je ziekenfonds kan jou ook helpen. Idem voor de gemeenten, die informatie verstrekken over de nodige stappen oor begrafenissen.

In heel België worden kinderen die de wettelijke levensvatbaarheidsdrempel hebben bereikt, wettelijk als levenloos geboren beschouwd en dus begraven of gecremeerd zoals elke andere overledene.

Meer bepaald in het Brussels Gewest maakt een ordonnantie van 13 december 2007 een waardige behandeling van de stoffelijke resten van levenloos geboren foetussen mogelijk. Deze tekst verplicht de gemeenten om op hun begraafplaats een ‘sterrenweide’ aan te leggen. Het crematorium van Brussel organiseert gratis de begrafenis: plechtigheid, crematie, verstrooiing van de as in de Vierwindentuin, plaatsing van een gedenkplaat…

Administratieve formaliteiten

Alle organisaties die een dienst verleenden, een toelage betaalden of een uitkering toekenden, moeten op de hoogte worden gebracht: aanvullende kinderbijslag, sociale bijstandsdienst van het OCMW, thuiszorg, enz.

Zodra het op de hoogte is van het overlijden , keert het ziekenfonds, afhankelijk van de afgesloten verzekering, een uitkering bij overlijden en/of een bijdrage in de begrafeniskosten uit.

Klein verlet: omstandigheidsverlof

Klein verlet is een tijdelijk verlof, dat kan worden verkregen voor familiale omstandigheden, zoals het overlijden van een familielid.

  • Het verlof bedraagt tien dagen (te kiezen uit de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis) indien de overledene een kind van de werknemer of van diens echtgenoot is.
  • Het verlof bedraagt twee dagen (te kiezen in de periode die begint op de dag van het overlijden en eindigt op de dag van de begrafenis) als het gaat om een broer, zus, kleinkind of achterkleinkind dat bij de werknemer inwoont.
  • Als de broer, de zus, het kleinkind of het achterkleinkind niet bij de werknemer woont, is het verlof beperkt tot de dag van de begrafenis.

Orgaandonatie

Dankzij de wetenschappelijke vooruitgang kunnen tegenwoordig veel levens worden gered door orgaandonatie. De behoefte is groot en er zijn lange wachtlijsten voor potentiële ontvangers.

De wet van 13 juni 1986 betreffende het verwijderen en transplanteren van organen staat dit toe op het moment van overlijden van iedere Belgische of buitenlandse burger (indien hij of zij ten minste 6 maanden in België woonachtig is geweest) op voorwaarde dat de overledene zich tijdens zijn of haar leven hier niet tegen heeft verzet en dat de naaste familie (ouders) geen bezwaar aantekent.