Author Archives: Samuel

Bloed afnemen in alle rust door te snoezelen in het kinderziekenhuis

Met een gemiddelde van honderd bezoeken per dag en 18.000 per jaar draait de afdeling bloedafnames van het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola (UKZKF) op volle toeren. Niemand vindt het leuk om geprikt worden door een injectiespuit, laat staan jonge patiënten of zelfs baby’s. De soms te steriele medische ruimtes zijn opnieuw ingericht waarbij sommige kamers een eigen thema en sfeer kregen. Snoezelen is een ondersteunende aanpak die het welzijn van baby’s en hun familie tijdens een bloedafname verbetert en tegelijkertijd het werk van zorgverleners vergemakkelijkt. Hospichild ging discreet een kijkje nemen. 

Regenboog” kamer in de monstername afdeling – Foto: Samuel Walheer

De eerste kamer van de afdeling die volgens de snoezelaanpak werd gemoderniseerd staat in het teken van regenbogen en werd op 1 oktober 2022 ingehuldigd. Die werd al snel een hit bij kinderen en hun familie, wat het team ertoe aanzette om het interieur van de andere afnamekamers ook op te frissen. Het woord snoezelen is een combinatie van twee werkwoorden: snuffelen en doezelen. Jonge patiënten worden ondergedompeld in een omgeving waar ze kunnen observeren, ontspannen en luisteren. Ze komen tot rust in de veilige ruimte die hun zintuigen prikkelt en zowel lichamelijke als geestelijke verpozing biedt.

“Ik voel zelf ook minder stress als ik bloed afneem. Zowel kinderen als hun ouders zijn rustiger, wat op zijn beurt een effect heeft op zorgverleners. De zachte muziek en projecties brengen ook de professionals tot rust. Kortom: efficiënt en ontspannend voor iedereen!” Déborah Peeters, zorgverlener op de afdeling bloedafnames.

De wachtkamer van de afdeling bloedafnames – Foto: Samuel Walheer

Afdeling bloedafnames

Enkele leden van het team – dat een hoofdverpleegkundige en drie zorgverleners telt – van de afdeling bloedafnames dachten al een tijd na over hoe ze jonge patiënten in betere omstandigheden konden verwelkomen. Een van de kamers herinrichten om een warmere, rustigere-sfeer te creëren was dus de logische volgende stap. Omdat die eerste kamer zo vaak werd verzocht, kwamen er al snel drie bij: het thema regenbogen werd uitgebreid met de zee, de ruimte en de wereld van de kwallen. “We zijn begonnen met snoezelen in een kamer. Die was zo populair en succesvol dat we onze drie andere afnamekamers ook hebben moeten uitbreiden en herinrichten”, vertelt Petra Van Capellen, hoofdverpleegkundige. Wanneer kinderen en hun ouders in de wachtkamer aankomen, weten ze, afgezien van de bloedafname, niet wat ze kunnen verwachten. Het echte pluspunt is het verrassingseffect en de mogelijkheid om kinderen mee te nemen naar een veel minder medische omgeving.

“Snoezelen heeft alleen maar voordelen, maar de inrichting is duur. Bovendien is het moeilijk om financiering te vinden omdat het niet wordt beschouwd als een echte verpleegkundige taak, maar als een extraatje dat aan patiënten wordt aangeboden. Voor mij was het vanaf het begin een echte uitdaging om de financiering ervan te rechtvaardigen en te vinden. Gelukkig heeft onze directie ons project gesteund dat ook steeds meer erkenning krijgt in de medische wereld. Ons werk houdt duidelijk meer in dan louter zorg verlenen. Er komt nog heel wat anders bij kijken”, vervolgt Petra Van Capellen, hoofdverpleegkundige van de afdeling bloedafnames.

De voordelen van snoezelen

Espace”-kamer, de eerste op maat gemaakte kamer in de samplingafdeling – Foto: Samuel Walheer

Snoezelen lijkt de beste manier om kinderen mee te nemen naar een andere wereld en ze een nieuwe kijk op medische omgevingen te bieden. De website van het UKZKF noemt een paar voorbeelden die de voordelen van die aanpak in een ziekenhuis illustreren:

  • Een ruimte waar kinderen zich kunnen ontspannen en veilig kunnen voelen bevordert de lichamelijke en geestelijke ontspanning.
  • Kinderen worden er aangemoedigd om nieuwe zintuiglijke ervaringen op te doen door sensorische en motorische prikkels te verrijken met lichtspelen, rustgevende geluiden en verschillende texturen.
  • De rustige en veilige omgeving vermindert angsten en gedragsstoornissen bij jonge patiënten.
  • Kinderen worden geholpen om op een veilige manier met hun omgeving te communiceren door interactie te vergemakkelijken.
  • De patiënten doen nieuwe zintuiglijke ervaringen op, hun nieuwsgierigheid wordt geprikkeld en de verbinding met anderen bevorderd.

“Snoezelen heeft niet op alle kinderen hetzelfde kalmerende effect, maar we merken toch het verschil. Het is een echte meerwaarde en veel leuker voor iedereen. In de eerste plaats voor zorgverleners, omdat kinderen, ook als ze met ernstige pathologieën kampen, zich meer openstellen en er snel een gesprek op gang komt dankzij de sfeer in de snoezelkamers. Bovendien beginnen andere afdelingen er ook om te vragen, met name in de behandelkamer voor kinderen met brandwonden, omdat snoezelen zoveel voordelen biedt”, vervolgt Petra Van Capellen, hoofdverpleegkundige van de afdeling bloedafnames.

Praktische informatie

De monsternemingsdienst van Huderf is geopend van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.45 uur. Gesloten in het weekend en op feestdagen.

→ Een afspraak maken met de afdeling bloedafnames van het UKZKF

 

Samuel Walheer

Thuisoppas voor kinderen: een blik op de vzw Beehive, die nanny’s opleidt

De nanny’s, ook gekend onder de naam thuisoppas, van Beehive hebben een extra troef op zak: ze hebben een gespecialiseerde opleiding gekregen. In tegenstelling tot een onthaalouder die kinderen bij hem of haar thuis opvangt, komt een nanny bij de ouder(s) thuis. Born in Brussels wilde meer te weten komen over dit beroep in de kinderopvangsector en ging op bezoek bij de vzw Beehive Enfance et Éducation. Die vzw wil toekomstige nanny’s opleiden en biedt onmisbare ondersteuning aan gezinnen en hun kinderen.

Beehive Enfance et Éducation werd in 2021 opgericht onder leiding van Nadine Kioni, een expert op het gebied van jonge kinderen. Ze is gespecialiseerd in het opleiden van toekomstige nanny’s en biedt een kwaliteitsvolle dienstverlening aan. Het enige doel van de vereniging is gezinnen toegankelijke en op hun vraag afgestemde oplossingen voor kinderopvang te bieden.

“Hoewel de opleiding van nanny’s in België nog volop aan het opkomen is, beginnen nannybureaus in te zien hoe belangrijk het is om de vaardigheden van hun werknemers te verbeteren. Het beroep wordt vaak verward met babysitten en wordt onvoldoende beschouwd als een zorgberoep. Het is cruciaal om specifieke vaardigheden te ontwikkelen om een kwaliteitsvolle dienstverlening te kunnen bieden. Wij waren een van de eersten die deze professionele erkenning bevorderden door wettelijke opleidingsnormen voor de sector op te stellen. We werken lokaal om ouders en nanny’s gemakkelijker met elkaar in contact te brengen.”, aldus Nadine Kioni, oprichtster en directrice van Beehive Enfance et Éducation.

Wat doet een nanny?

Een nanny is een professional die een aantal taken op het gebied van kinderopvang op zich neemt. Concreet werkt de professional bij gezinnen thuis om hen te helpen een betere balans te vinden tussen hun beroeps- en gezinsleven. Dit zijn enkele van de vereiste kwaliteiten:

  • zorgen voor het algemene welzijn van de kinderen door een gezonde levensstijl te bevorderen met onder andere evenwichtige maaltijden en de juiste verzorging;
  • kinderen aanmoedigen om op persoonlijk vlak te groeien door middel van spelletjes die zijn afgestemd op hun ontwikkeling;
  • emotionele steun en een geruststellende omgeving bieden aan de kinderen.

Een teken van vertrouwen voor de gezinnen

Wie lid wil worden van de vzw, krijgt het volgende aangeboden: een beroepsopleiding tot nanny, begeleiding van gezinnen bij het aanwervingsproces en een vereenvoudigd administratief beheer dankzij het partnerschap met Partena Professional. De opleiding van Beehive Enfance et Éducation duurt in totaal 42 uur, gespreid over twee weken. Toekomstige nanny’s krijgen er de nodige vaardigheden aangeleerd om hen klaar te stomen voor het werk in de praktijk:

  • kennis over de ontwikkeling van kinderen om hen te helpen emotioneel en fysiek te groeien;
  • bewustmaking over het ‘shaken infant syndrome’, om te zorgen voor een goede respons in kritieke situaties;
  • kennis over voeding en hygiëne om het fysieke welzijn van de kinderen te waarborgen;
  • kennis over de technieken om met bepaald gedrag om te gaan en zo een positieve en stimulerende omgeving te creëren.

De betekenis achter Beehive Enfance et Éducation

De naam “Beehive Enfance et Éducation” (B.E.E.) is gekozen om de samenwerking en de rijkdom die we willen bijdragen aan de ontwikkeling van jonge kinderen te symboliseren. Net als een bijenkorf, waarbij samenwerking en organisatie centraal staan, wil onze vzw gezinnen, professionals en partners samenbrengen om kwaliteitsvolle ondersteuning te bieden. De bijenkorf, als beschermende en verzorgende ruimte, weerspiegelt onze verbintenis om een omgeving te creëren waarin kinderen kunnen openbloeien.”, klinkt het bij Nadine Kioni, oprichtster en directrice van Beehive Enfance et Éducation.

Contact opnemen met de vereniging

Wil je graag zelf nanny worden? Neem dan contact op met de vzw Beehive:

→ Telefonisch op 0473 89 00 82 of via e-mail: info@beehiveenfanceeteducation.be

→ Via hun website: https://www.beehive-enfance-et-education.com/contact/

Samuel Walheer

Ouder-babyunit van Kliniek Sint-Jan biedt geestelijke gezondheidszorg na de bevalling

De geboorte van een baby zet het leven van de kersverse ouders op zijn kop. Die gebeurtenis leidt tot vreugde, maar kan ook psychologisch leed veroorzaken, vooral bij alleenstaande mama’s. Om die gezinnen te ondersteunen en hen in staat te stellen de band met hun baby te behouden, heeft de Kliniek Sint-Jan een specifieke ouder-babyunit. De enige voorwaarden zijn dat je ten minste 18 jaar oud moet zijn en een jong kind moet hebben (0 tot 12 maanden oud). Het team van Born in Brussels bezocht de unit samen met de verantwoordelijke, dr. Anna Mózes.

Toegangsdeur van de dienst psychiatrie en de ouder-babyunit – Foto: Samuel Walheer

 

Volgens de statistieken krijgt elk jaar 10 tot 15% van de jonge moeders te maken met een postnatale depressie. Daarom richtte de Kliniek Sint-Jan in 2022 de dag-nachtunit voor ouders en baby’s op. Daar kunnen vijf gezinnen tegelijkertijd begeleid worden en een multidisciplinair team biedt individuele en collectieve therapeutische zorg. Er wordt gewerkt aan het psychische en psychologische leed van de ouder, rekening houdend met het welzijn van de baby, om te voorkomen dat die op middellange of lange termijn psychomotorische ontwikkelingsproblemen krijgt.

“Voor veel mama’s is het in de eerste plaats moeilijk om te aanvaarden dat ze psychisch kwetsbaar zijn na de geboorte van hun baby en om de stap te zetten om erover te praten. Het beeld dat de maatschappij heeft van de perfecte, gelukkige moeder leidt nog steeds tot heel wat schuldgevoelens. Ten tweede moeten ze het zien zitten om opgenomen te worden op een psychiatrische dienst. Hun omgeving staat daar vaak weigerachtig tegenover. De overgang is moeilijk, maar na een week stellen we vast dat de mama’s rust kunnen vinden. Ze zien dat we het beste voor hen willen en dat de ziekenhuisopname hen helpt”, zo verduidelijkt dr. Mózes, psychiater en verantwoordelijke van de unit.

Een kamer in de ouder-babyunit – Foto: Samuel Walheer

De ouder-babyunit

Na een voorbereiding van meerdere jaren kon het project in oktober 2022 opstarten. Sindsdien kunnen moeders die zich willen laten helpen bij hun decompensatietoestand er samen met hun baby terecht. Een multidisciplinair team begeleidt de mama en haar baby, voor het welzijn van allebei. De unit bevindt zich op de tweede verdieping en is aangeduid met de route 220, “dienst psychiatrie en ouder-babyunit”. In de vijf kamers van de dienst kunnen vijf gezinnen terecht, onder bepaalde voorwaarden, voor een ziekenhuisopname van een tot drie maanden. Na die termijn verwijst de dienst hen door naar een ander ziekenhuis, zoals het UKZKF of Clairs Vallons, of naar het ambulante netwerk. Het team bestaat uit een maatschappelijk assistent (eerste lijn), een psychiater, een kinderpsychiater, twee psychomotorische specialisten (waarvan een kinesist), een team van ergotherapeuten en een team van verpleegkundigen.

→ Voorstelling van de ouder-babyunit

Onthaalruimte voor de gezinnen – Foto: Samuel Walheer

Toelatingsvoorwaarden

Het eerste contact verloopt meestal via een telefoongesprek met de maatschappelijk assistent, die tot de eerste lijn behoort. Vervolgens bespreekt het team de aanvraag en wordt er een ontmoeting gepland met de ouder(s), samen met het kind, en soms ook met de persoon die hen heeft doorverwezen. Om toegang te krijgen tot deze dienst, moet de ouder onder andere minstens 18 jaar zijn, verantwoordelijkheidszin hebben en in staat zijn om voor het kind te zorgen. Op administratief vlak wordt de ouder opgenomen in het ziekenhuis en vergezelt het kind de ouder. De ouder-babyunit van de Kliniek Sint-Jan biedt begeleiding aan alle ouders die psychologische of psychiatrische problemen ondervinden na de geboorte. Indicaties zijn onder meer: depressies, postnatale psychoses, angststoornissen, hechtingsproblemen, traumatische bevallingen, migratieachtergronden, huiselijk geweld, sociaal isolement, kinderen of premature baby’s die een ziekte doormaken, enz. Er zijn ook contra-indicaties: drugsverslavingen, psychotische decompensaties, ernstige postnatale depressies, enz. In sommige situaties wordt voorgesteld om de ouder eerst alleen op te nemen op de dienst voor volwassenen en pas later samen met de baby in de ouder-babyunit.

Aangeboden workshops

Het multidisciplinaire team ontwikkelt zijn aanbod voortdurend en stemt zich af op de ouders en hun baby’s. Een paar voorbeelden:

  • Workshops kunsttherapie waarbij ouders hun emoties uiten via creaties.
  • Workshops over het dagelijkse leven: voorlichting over voeding voor kinderen en bereiding van een maaltijd (kennis delen). Begeleiding bij de verzorging van de baby door toezicht wanneer een badje wordt gegeven, de baby verschoond wordt, gevoed wordt of in bed wordt gestopt. De ouders krijgen ook respijtmomenten aangeboden. Verpleegkundigen nemen de zorg voor de baby’s dan even over.
  • Uitstapjes naar de bibliotheek of het theater, maar ook begeleiding buiten het ziekenhuis om de ouders te helpen bij verschillende zaken.
  • Praatgroepen waarin onderwerpen rond ouderschap besproken worden. Wederzijdse hulp en het groepseffect zijn onmisbaar in het dagelijkse leven van de ouders.
Speelruimte voor de baby’s, tegenover de keuken – Foto: Samuel Walheer

De rol van de partner

De unit richt zich vooral op moeders die onlangs bevallen zijn en het erg moeilijk hebben. Maar er wordt ook rekening gehouden met de rol van de partner, omdat die cruciaal is om de gezondheidstoestand van de moeder te verbeteren. Bovendien zet de geboorte van de baby ook de wereld van de partner op zijn kop. Voor het welzijn van de baby is het noodzakelijk dat de partner aanwezig is. Daarover zegt dr. Mózes het volgende: “De dienst past zich aan elke situatie aan. Het hangt allemaal af van de inzet van de partners. Ze zijn welkom bij de vooropname. De dienst past zijn bezoektijden aan hun beschikbaarheid aan. Er zijn ook specifieke activiteiten voor de partners en baby’s en we organiseren gesprekken voor de koppels.”

 

 

Samuel Walheer

Gezinsuitstap: (her)ontdek spelenderwijs en met je vijf zintuigen de magie van het menselijk lichaam

In het Museum voor Natuurwetenschappen kun je de indrukwekkende “Galerij van de Dinosauriërs” en de permanente tentoonstelling “Levende Planeet” bezichtigen, maar vooral de tentoonstellingen “Galerij van de Mens – Onze evolutie, ons lichaam” is het team van Born in Brussels erg bijgebleven. Deze tentoonstelling gaat over het menselijk lichaam: hoe het werkt, hoe het evolueert, zijn dagelijkse behoeften en zijn voortplantingsvermogen. Dit culturele bezoek is geschikt voor alle leeftijden en dus een echte gezinservaring. Je leert er spelenderwijs en gebruikt je vijf zintuigen. Bovendien is het gratis op elke eerste woensdagnamiddag van de maand.

Foto : Samuel Walheer

 

In de tentoonstelling “Galerij van de Mens – Onze evolutie, ons lichaam” hangt een bijzondere sfeer. Met gedempte verlichting en rustgevende geluiden betreed je een intrigerende wereld: die van het menselijk lichaam. De kleine Gabriel was er ook bij, een nieuwsgierig bezoekertje dat in zijn kinderwagen meekwam om dit magische deel van het museum te ontdekken. Deze tweejarige bezocht voor het eerst een museum en was dolblij. Net als de andere delen van het museum is ook dit deel didactisch opgesteld en stimuleert het spelenderwijs leren, zodat ook de jongste bezoekers deze buitengewone wereld kunnen verkennen.

“Door onze genen door te geven, dragen we allemaal bij aan onze evolutie: ons leven draait om de voortplanting en de opvoeding van kinderen. Kinderen hebben bij hun geboorte veel zorg nodig en ze zijn volledig afhankelijk van hun ouders. Daarna leren ze, groeien ze … en moeten ze als tieners een nieuw evenwicht vinden. Zodra ze volwassen zijn, wacht er een uitzonderlijk lang leven op hen, waarin ze waarschijnlijk op hun beurt ouders zullen worden. In deze tentoonstelling over het leven ontdek je niet alleen hoe ons lichaam werkt, maar ook, via een speciale weg, wat we in de loop van de evolutie hebben behouden of hebben verloren”, lezen we in een persbericht van het museum.

Gabriel bekijkt een installatie van de galerij – Foto: Samuel Walheer

Wat kun je verwachten?

In het Museum voor Natuurwetenschappen is aan elk detail gedacht om het bezoek voor gezinnen gemakkelijker te maken. Aan de vestiaire kan je je kinderwagen veilig achterlaten. Er zijn liften beschikbaar om bezoekers van de ene naar de andere zaal te brengen, en het is aan hen om te bepalen in welke volgorde ze de zalen bezoeken. De Galerij van de Mens bevindt zich op de verdieping -1 en heeft veel te bieden voor jong en oud. De installaties stimuleren de bezoekers om te experimenten: acht tablets met animatiefilmpjes (over immunologie, botten, de verschillen tussen meisjes en jongens, enz.), 3D-geprinte objecten, “mapping”-video’s (lichtprojecties) en modellen uit plasticine (reproducties van skeletten van kinderen en volwassenen, foto’s van foetussen in verschillende ontwikkelingsstadia, levensechte poppen die de evolutie weergeven, enz.). Kortom, in deze ruimte kun je op een fijne manier het menselijk lichaam verkennen en iets bijleren.

 

Projectie van een foetus in verschillende stadia – Foto: Samuel Walheer

Een ruimte over het leven

Het bezoek aan de Galerij van de Mens zit vol verrassingen. Gezien de complexiteit van het menselijk lichaam is het een echte uitdaging om de tentoonstelling begrijpelijk en aantrekkelijk te maken voor alle leeftijden. Hiervoor vertrouwt het museum op spelenderwijs leren en prikkelt het de vijf zintuigen. In een van de zalen kunnen bezoekers zich nestelen in een comfortabele cocon. Daar kunnen ze op hun gemak kijken naar de projectie van een foetus in zijn verschillende ontwikkelingsstadia. “Deze ruimte verkent zonder taboes alle stadia van het leven, van embryo tot volwassene: de bevruchting van de eicel door een zaadcel, de overdracht van de genen van de ouders, de zwangerschap, de geboorte en de eerste levensweken, de snelle groei van het kind, de transformaties als tiener (zijn hersenen en zijn toekomstige voortplantingsfuncties), en oud worden”, lezen we in een persbericht van het museum.

Ruimte over de zwangerschap – Foto: Samuel Walheer

Een wetenschappelijke en pedagogische benadering

De derde permanente tentoonstellingsruimte in het Instituut voor Natuurwetenschappen, de “Galerij van de Mens – Onze evolutie, ons lichaam”, werd in mei 2015 geopend. Ze past binnen de traditie van kennis en expertise delen die in de meeste grote internationale musea toegepast wordt. Het instituut heeft ervoor gekozen om deze twee thema’s, namelijk het menselijk lichaam en de evolutie, te belichten. De reden: “We kozen ervoor om de twee thema’s met elkaar te verbinden om de verbanden die er tussen beide bestaan te benadrukken en om een hele ruimte te wijden aan de moderne mens. Dit geeft een extra dimensie aan deze galerij. Met haar resoluut nieuwe benadering plaatst deze galerij het museum ook te midden van de grote maatschappelijke debatten van vandaag. De benadering is wetenschappelijk, niet polemisch. De galerij reikt antwoorden aan en neemt enkel standpunten in die uitsluitend gebaseerd zijn op wetenschappelijk bewijs. Iedereen kan er de hulpmiddelen vinden die nodig zijn om zelf na te denken. De hulpmiddelen bieden een pedagogische benadering van de grote vraagstukken van vandaag.”

 

Samuel Walheer

Volksgezondheid: de effecten van per- en polyfluoralkylstoffen (PFAS) op moeders en hun baby’s

PFAS (per- en polyfluoralkylstoffen) zijn zogenaamde eeuwige chemicaliën en staan opnieuw in de actualiteit. Door hun chemische eigenschappen zijn die stoffen – die oorspronkelijk door de mens zijn gemaakt – overal te vinden en brengen ze de gezondheid van iedereen in gevaar. En dan vooral van de meest kwetsbaren, moeders en hun baby’s. In een recente open brief heeft de cel Milieu en Gezondheid van de Franstalige huisartsenorganisatie SSMG (Docteur Coquelicot) haar bezorgdheid geuit over de blootstelling aan PFAS, die ook in moedermelk werden teruggevonden. De cel stelt de ministers van Volksgezondheid voor om er een studie naar te doen.

We worden allemaal voortdurend blootgesteld aan PFAS. Ze zijn immers aanwezig in voedsel, verpakkingen, water, enz. Zowel in de huishoudelijke context als in de industriële sector zijn die stoffen zeer schadelijk voor mensen, want ze verhogen het risico om bepaalde ziekten te ontwikkelen. Gelukkig kunnen we ze zoveel mogelijk vermijden door de aanbevelingen van SSMG op te volgen.

{Persbericht van de cel Milieu en Gezondheid van SSMG ter attentie van de ministers van Volksgezondheid en andere belanghebbende partijen}

De effecten van PFAS op de volksgezondheid

De cel Milieu en Gezondheid van SSMG wil de aandacht vestigen op de groeiende bezorgdheid over per- en polyfluoralkylstoffen (PFAS). De bevolking is terecht bezorgd, maar blijft met vele vragen zitten. De cel Milieu en Gezondheid staat al meer dan twintig jaar bekend om haar expertise op het gebied van hormoonontregelende stoffen. Ze betreurt dat problemen daarrond pas bij een crisis – en dus vaak te laat – serieus worden genomen.

Drie risicogroepen

Onlangs publiceerde de onafhankelijke wetenschappelijke raad aanbevelingen voor de opvolging van patiënten met hoge PFAS-waarden. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen drie groepen:

  • < 2 ng/ml: geen probleem.
  • 2 tot 20 ng/ml: het lipidenprofiel opvolgen (één keer tussen 9 en 11 jaar, daarna elke zes jaar), hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap monitoren (bij elke prenatale consultatie), controleren op borstkanker (om de twee jaar een preventieve mammografie tussen 40 en 74 jaar).
  • < 20 ng/ml: nauwgezet toezicht houden op het lipidenprofiel, hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap, borstkanker, nierkanker (vanaf 45 jaar), TSH (vanaf 18 jaar), teelbalkanker en colitis ulcerosa (vanaf 15 jaar).

Die aanbevelingen zijn voornamelijk gebaseerd op die van de Amerikaanse NASEM en werden opgesteld zonder enig overleg met de eerstelijnszorg en zonder voorafgaand onderzoek naar de toepasbaarheid ervan.

Wat moet er gebeuren?

Een aantal vragen blijft onbeantwoord: Wie moet er getest worden? Welke medische monitoring moet op grote schaal worden aangeboden? Er ontbreken duidelijke richtlijnen voor screening op bepaalde vormen van kanker. Wat met de risico’s die extra screenings met zich meebrengen (bv. kanker veroorzaakt door de straling tijdens mammografieën)? Welke normen en maatregelen zijn nodig als de drempelwaarden van het lipidenprofiel worden overschreden? Vooral bij kinderen is dat een cruciale vraag. Bovendien is er een reëel risico op overmedicalisering. Er moeten absoluut duidelijke nationale aanbevelingen worden opgesteld als leidraad voor gezondheidszorgprofessionals. Eén recent geval trok in het bijzonder de aandacht van de cel Milieu en Gezondheid. Tijdens een openbare bijeenkomst meldde een moeder met een PFAS-waarde van 36 ng/ml in haar bloed dat haar driejarige kind een waarde van 90 ng/ml had. Hoewel borstvoeding over het algemeen wordt aanbevolen door de vele voordelen ervan, raden Amerikaanse aanbevelingen aan om bij hoge PFAS-waarden goed na te denken over borstvoeding.

PFAS en moedermelk

Omdat er geen normen zijn voor aanvaardbare PFAS-waarden in moedermelk, beveelt de cel Milieu en Gezondheid het volgende aan:

  • gratis testen op PFAS in de moedermelk voor wie borstvoeding geeft en in een risicolocatie woont;
  • PFAS meten in het bloed van zuigelingen bij de geboorte en op de leeftijd van één maand;
  • het PFAS-profiel van moeder en kind vergelijken;
  • PFAS-waarden in huis meten (huisstof, water, enz.) om er rekening mee te houden dat kinderen soms niet-eetbare dingen opeten.

Pleidooi voor een studie

Dat kan worden opgenomen in een studie, in combinatie met biomonitoringsgegevens en blootstellingsvragenlijsten. Het is zorgwekkend dat zuigelingen worden blootgesteld aan hoge concentraties PFAS, vooral tijdens de eerste duizend dagen van hun leven, wat een cruciale periode is voor hun ontwikkeling. Die situatie illustreert de effecten van milieuvervuiling op de gezondheid en benadrukt de noodzaak van proactieve actie in overleg met de medische sector. De cel Milieu en Gezondheid hoopt dat dit persbericht de aandacht zal trekken van de ministers van Volksgezondheid en andere belanghebbende partijen en hen zal aanmoedigen om resoluut actie te ondernemen om de volksgezondheid te beschermen.

Extra informatie

→ PFAS, borstvoeding en volksgezondheid (Franstalig persbericht op Docteur Coquelicot)

→ John Pauluis, verantwoordelijke van de cel Milieu en Gezondheid van SSMG
E-mail: environnement@ssmg.be, pauluis@skynet.be

 

Gedeeld door: Samuel Walheer