Author Archives: Samuel

In Frankrijk geeft een mobiel kinderdagverblijf gezinnen wat rust

Om ouders wat ademruimte te geven, ontwikkelden Magali Moro en Clémentine de Graaf een uniek project: een mobiel kinderdagverblijf. Een omgebouwde bestelwagen doet dienst als flexibele, toegankelijke en innovatieve kinderopvang op maat van elk gezin. Het project is actief in vier gemeenten in de Franse regio Gironde. Bijna zes maanden na de opstart draait de rijdende opvang op volle toeren – de vraag is enorm. Een mooi initiatief dat ongetwijfeld navolging verdient.

Foto: Catherine Lelièvre – Les pros de la petite enfance (Frankrijk)

 

De medeoprichters van123 POUSSE – solidaire en sociaaleconomische kinderdagverblijven – richtten in 2024 de vereniging Tous Unis pour l’Insertion et l’Inclusion (TUII) op. Hierdoor konden ze hun project voor een reizend kinderdagverblijf ontwikkelen. Leuk om te weten: de naam TUII werd om twee redenen gekozen. “TUI” verwijst naar een vogel uit Nieuw-Zeeland waarvan elk exemplaar zijn eigen geluid heeft. Tegelijk staat de naam symbool voor het engagement om aandacht te hebben voor de diversiteit en eigenheid van elk kind en elk gezin, de sociale mix en inclusie. Deze sterke waarden weerspiegelen het werk dat op het terrein wordt geleverd in de omgebouwde bestelwagen.

“Voor de kinderen is ons mobiel kinderdagverblijf ook een springplank naar gelijke kansen. Deze alternatieve vorm van kinderopvang is echt een meerwaarde voor deze kinderen, die anders misschien nooit de gemeenschap hadden gekend of Frans hadden gehoord voordat ze naar school gingen. En de ouders komen ook omdat ze vinden dat het goed is voor hun kinderen, niet alleen om zelf wat vrije tijd te hebben. Magali Moro en Clémentine de Graaf, medeoprichters van 123 POUSSE, in een interview door Les pros de la petite enfance.

Een bestelwagen vol zorgzaamheid

Binnenzicht van de omgebouwde bestelwagen. Foto: Catherine Lelièvre – Les pros de la petite enfance (Frankrijk)

De bestelwagen houdt dus een dag per week halt in de vier steden die in eerste instantie positief reageerden op de projectoproep, en bij het Franse kinderbijslagfonds CAF. Op maandag staat de bestelwagen in Mérignac-Beaudésert, op dinsdag in Bordeaux-Grand Parc en op donderdag in Eysines-Grand Caillou. De bestelwagen stopt telkens in een wijk die prioritair is volgens het stadsbestuur. Op woensdag rijdt de bestelwagen naar Le Taillan-Médoc, een landelijk gebied met een grote woonwagengemeenschap. In de omgebouwde bestelwagen vind je een slaapgedeelte, kleedruimte en keukentje om maaltijden op te warmen. Meestal bevindt de bestelwagen zich naast een gemeentezaal, zodat de kinderen in alle veiligheid kunnen worden opgevangen op een plek die erkend is door de Protection Maternelle et Infantile (PMI).

Het project biedt tijdelijke opvang: ouders melden zich aan wanneer ze willen en zijn niet gebonden aan een contract. Ze hebben de vrije keuze: hun kind kan er een uur, twee uur, een ochtend of een hele dag worden opgevangen. “En als moeders bij hun kind willen blijven, kunnen ze dat ook”, benadrukt  Aude Saint Girons, opvoedster en technisch referentiepersoon van het kinderdagverblijf.

→ Meer informatie lees je op TUII – Halte-garderie itinérante (Franstalige website).

Doelgroep van het mobiele kinderdagverblijf

Het mobiele kinderdagverblijf kan maximaal twaalf kinderen per dag opvangen. En net als in een klassiek kinderdagverblijf zijn de kinderen tussen de tien weken en vier jaar oud. Het aantal opvangplaatsen kan variëren, afhankelijk van de behoeften van de gezinnen en de zaal die de stad ter beschikking stelt. De volgende gezinnen komen in aanmerking voor deze bijzondere dienst:

  • alleenstaande ouders, zodat ze tijd hebben om een job te zoeken of om gewoon even op adem te komen;
  • gezinnen die geen beroep doen op kinderdagverblijven die reguliere, occasionele en spoedopvang aanbieden door de omslachtige administratieve procedures;
  • gezinnen die bovenaan de toewijzingslijst staan voor plaatsen in dergelijke kinderdagverblijven, d.w.z. prioritaire gezinnen of gezinnen die met spoed zijn doorverwezen door de dienst PMI. Ze hebben niet noodzakelijk behoeft aan regelmatige opvang, wat een voltijdse plek zou blokkeren die een ander gezin zou kunnen gebruiken;
  • gezinnen die onderaan de lijst staan voor plaatsen in kinderdagverblijven die reguliere, occasionele en spoedopvang aanbieden omdat beide ouders niet werken, kunnen ze geen kinderopvang aanvragen via de klassieke procedure.

Ons werk is 50% voor de kinderen, 50% voor de ouders, als ondersteuning. Je moet kunnen luisteren naar de ouders … maar we kunnen hun geen oplossingen bieden. We willen ouders geen lessen leren. We denken dat zij de beste deskundigen zijn als het op hun kinderen aankomt. We proberen ze alleen te ondersteunen en te begeleiden, zonder onze eigen cultuur op te dringen”.  En tot slot: “Dit is een project met betekenis. We werken met families die vaak onzichtbaar zijn, en ons werk is dat eigenlijk ook. We zorgen niet voor de kinderen van werkende ouders en toch is ons werk essentieel”. Magali Moro en Clémentine de Graaf, medeoprichters van 123 POUSSE, in een interview door Les pros de la petite enfance.

Over 123 POUSSE

123 POUSSE werd in 2019 opgericht als antwoord op de verschillende problemen waarmee zelfstandigen, alleenstaande ouders en werkzoekende jonge ouders worden geconfronteerd. De sociale onderneming heeft tot doel de toegankelijkheid te waarborgen voor alle gezinnen, ongeacht hun samenstelling of dagelijkse uitdagingen. Dankzij de menselijke waarden van de onderneming blijven veel gezinnen niet in de kou staan en kunnen hun kinderen worden opgevangen via het mobiele kinderdagverblijf.

De sociale en solidaire economie vormt de basis van de onderneming, en dat was al het geval in 2019, toen het nog maar een projectje was … We zijn er trots op dat dit project tot stand is gekomen en dat we nu dagelijks vele gezinnen, maar ook lokale gemeenschappen en ondernemingen, ondersteunen bij hun specifieke uitdagingen rond de opvang en het welzijn van jonge kinderen. Gelezen op de website van 123 POUSSE

→ Kom meer te weten over 123 POUSSE

Parentale burn-out treft minstens 5% van de ouders in België, voornamelijk moeders

Parentale burn-out is een syndroom dat, volgens een internationale studie door de Université catholique de Louvain (UCL), 5 tot 10% van de Belgen treft, en voornamelijk vrouwen. Uitputting, verzadiging, verlies van plezier en distantiëring van de ouderrol zijn enkele van de eerste tekenen van dit syndroom. Er bestaan een aantal preventieve en curatieve hulpmiddelen voor ouders, zoals online platforms, evenementen, podcasts, enz. Maar op de eerste plaats kunnen ze terecht bij de hulplijn SOS Burn-out Belgique

Parentale burn-out is een syndroom dat in opmars is en vooral westerse, individualistische landen treft. Over het algemeen duurt zo’n burn-out enkele maanden. Het mag niet verward worden met een (postnatale) depressie of de babyblues: bij een parentale burn-out gaat het volgens professionals over chronische stress van de ouder met een gebrek aan middelen om dit te compenseren. Voor ouders die verstrikt raken in de dagelijkse sleur, of alleenstaande ouders, is het moeilijk een stapje terug te zetten om een parentale burn-out te voorkomen. Op het internet vind je allerlei advies over voeding, slapen, vrijetijdsbesteding en het emotionele welzijn van kinderen. Experts adviseren je om de zaken op een rijtje te zetten en in plaats van zelf alle hooi op je vork te nemen, een beroep te doen op je omgeving, vrienden en familie om jezelf een pauze te gunnen. Maar bovenal moet je minder van jezelf eisen en aan de alarmbel trekken als je je uitgeput begint te voelen.

“Het gaat om een extreme uitputting in de ouderrol. Het gaat om ouders die zichzelf volledig leeg hebben gemaakt, die niets meer kunnen geven en die hun rol eigenlijk niet meer kunnen vervullen, ook al zijn ze daartoe verplicht,” legt ze uit. Helaas heeft België het ongelukkige voorrecht een van de landen ter wereld te zijn waar parentale burn-out het vaakst voorkomt.” Isabelle Roskam, moeder van vijf kinderen, heeft een doctoraat in de psychologische wetenschappen en is professor ontwikkelingspsychologie aan de Université catholique de Louvain.

Oorzaken van parentale burn-out

Parentale burn-out heeft allerlei oorzaken, maar ze hebben allemaal een kenmerkgemeen: een emotionele en/of fysieke overbelasting die groeit tot het ondraaglijk wordt. Het is wanneer je je kinderen zo goed mogelijk wil opvoeden, wanneer je een enorme verantwoordelijkheid op jezelf legt, wanneer je rollen combineert en alles goed wilt doen, dat de burn-out zich ontwikkelt. Volgens de experts zijn er verschillende oorzaken:

  • een van de belangrijkste oorzaken is een overvloed aan verantwoordelijkheden. Het is de opeenstapeling van taken die snel ondraaglijk kan worden. Vooral als het gepaard gaat met een intense mentale belasting;
  • onrealistische verwachtingen van ouders zijn een secundaire maar zeer actuele oorzaak. Veel ouders voelen zich verplicht om een niveau van perfectie na te streven dat bijna onhaalbaar is. Dit gevoel wordt opgewekt door de sociale druk die via sociale netwerken wordt gevoed. Dit kan leiden tot gevoelens van mislukking en frustratie;
  • een gebrek aan steun van de familie of sociaal isolement kunnen de situatie ook verergeren. Als een ouder niemand heeft om advies of hulp aan te vragen, neemt het risico op een parentale burn-out toe.

En dat kan ernstige gevolgen hebben. Daarom mag je het als ouder niet minimaliseren en moet je psychologische/psychotherapeutische hulp zoeken. Afhankelijk van het profiel en de behoeften van de ouder kan de zorg individueel of in groep worden verleend. Beide methoden hebben elk hun voordeel. In feite is het net zo belangrijk een parentale burn-out te voorkomen als te genezen. Eerstelijnsprofessionals (artsen, kinderartsen, kinderpsychiaters, verpleegkundigen en verloskundigen, opvoeders, maatschappelijk assistenten, gezinsbemiddelaars, coaches, enz.) spelen een belangrijke rol om uitgeputte ouders te identificeren. – Gelezen op de website van Burnout Parental

Een website voor ouders en professionals

Hoofdpagina van de website Burnout Parental

Isabelle Roskam en Moïra Mikolajczak, beiden moeder en professor aan de Université catholique de Louvain, richtten samen een website op. Daarop bieden ze nuttige, betrouwbare informatie voor ouders, naasten en professionals. De site bevat verschillende categorieën met de symptomen van parentale burn-out, een wetenschappelijk goedgekeurde diagnostische test en informatie over de oorzaak en gevolgen van het syndroom. Ook nieuws met betrekking tot parentale burn-out wordt gedeeld, zoals conferenties, lezingen en lijsten met opgeleide professionals. De twee doctoren in de psychologische wetenschappen beheren ook de website van het Training Institute for Psychology & Health waarop gecertificeerde opleidingen en online cursussen worden aangeboden aan professionals in de (geestelijke) gezondheidszorg en het onderwijs die zich willen specialiseren. Op de website Burnout Parental kunnen ouders een online test nemen om erachter te komen of ze een parentale burn-out hebben of er risico toe lopen. Heb ik een parentale burn-out?

→ Naar de website: Parentale burn-out

Dit heeft veel te maken met de manier waarop we naar kinderen kijken, die veranderd is. In de loop van de twintigste eeuw zijn we het kind niet meer gaan zien als een verwaarloosbare entiteit, maar als een heilig wezen, wiens ontwikkeling en geluk in het middelpunt van alles moet staan en wiens belangen voorrang hebben op alle andere. Dit leidde als apotheose in 1989 tot het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Als gevolg hiervan heeft Europa zelfs commissies opgericht om na te denken over wat een “goede ouder” inhoudt – Isabelle Roskam

Een tentoonstelling om het bespreekbaar te maken

Affiche van de tentoonstelling “Que du bonheur ? L’après naissance sans tabou”.

“Que du bonheur ?  L’après-naissance sans tabou” is een tentoonstelling voor (toekomstige) ouders en professionals die met potentiële ouders werken, zoals opvoeders, psychologen, maatschappelijk assistenten en zorgpersoneel. Zoals we allemaal weten, kan elke ouder het moeilijk krijgen na de geboorte. De tentoonstelling bevat interactieve elementen zoals originele installaties, educatieve inhoud, getuigenissen en videofragmenten. Elke manier om ouders die het moeilijk hebben te steunen, is een goede manier. De tentoonstelling loopt van 9 mei tot en met 9 juni 2025 in B3 (Place des Arts 1, Luik). Een aantal aspecten wordt uitgelicht:

  • het fysieke: het post partum beïnvloedt je hele lichaam;
  • het psychologische: het post partum beïnvloedt je ziel;
  • de omgeving van de ouders: het post partum beïnvloedt je relatie tot anderen;
  • het sociopolitieke: het post partum beïnvloedt je relatie tot de wereld.

            Lees er hier meer over: “Que du bonheur ?”, een tentoonstelling over de periode na de geboorte in Luik – Born in Brussels

Een hulplijn

Hulplijn SOS Burn-out Belgique

SOS Burn-out Belgique werd opgericht in 2022 en is een hulplijn voor informatie, links en adviezen, activiteiten en hulpmiddelen. Het is echter geen traditionele noodlijn. SOS Burn-out Belgique is erkend door het AVIQ en heeft tot doel de geestelijke gezondheid van alle medeburgers te bevorderen. Hiertoe biedt het duidelijke, praktische informatie over het syndroom (tekenen, symptomen, rechten en plichten) en professionele verwijzingen naar gespecialiseerde diensten. Sinds enige tijd biedt SOS Burn-out Belgique  een herbronningsverblijf midden in de natuur aan mensen die uitgeput zijn of een burn-out hebben. Tijdens dit vierdaagse verblijf worden activiteiten georganiseerd door de vzw Therra waarbij de deelnemers in de natuur wordt ondergedompeld of simpelweg kunnen praten met lotgenoten.

→ SOS Burn-out Belgique

→ 081 39 72 00 of secretariat@sosburnout.be

↓ Franstalige video over de verblijven die SOS Burn-out Belgique aanbiedt ↓

Andere hulpmiddelen

Er zijn ook andere hulpmiddelen om ouders te helpen:

Internationale Dag van de Verloskundige: pleidooi voor een essentieel beroep!

Ter gelegenheid van de Internationale Dag van de Verloskundige zet Born in Brussels een belangrijke speler in de schijnwerpers: de International Confederation of Midwives  (ICM). Dit jaar is het thema Midwives: Critical in Every Crisis (verloskundigen zijn essentieel in elke crisis). De campagne is een pleidooi voor hun cruciale rol en biedt naast online evenementen ook een toolkit die voor iedereen beschikbaar is. Zo wil de ICM verloskundigen en hun vaardigheden eren en benadrukken dat hun beroep al eeuwenlang en wereldwijd onmisbaar is.

In België zetten de Vlaamse Beroepsorganisatie van Vroedvrouwen en de Union Professionnelle des Sages-Femmes (UPSFB) zich in voor meer erkenning voor het beroep, zowel bij patiënten als bij andere gezondheidszorgprofessionals. Born in Brussels schreef overigens al verschillende artikels over acties en bekommernissen van de UPSFB: Verloskundigen zijn aan het eind van hun La­tijn (artikel in het Frans), Telematicapremie: vroedvrouwen opgeroepen om te solliciteren, Verloskundigen zijn het zat! (artikel in het Frans) en Verloskundigen roepen op tot deconventionering voor een betere terugbetaling van de zorg.

De beste job ter wereld?

“Oorspronkelijk waren verloskundigen personen die kennis over vrouwen hadden vergaard. Ze hielpen en ondersteunden vrouwen tijdens bevallingen. Vandaag is het een erkend beroep, hoewel het volgens sommigen nog aan erkenning ontbreekt. Verloskundigen volgen een vierjarige opleiding met theorie en praktijk om zich voor te bereiden op wat sommigen het mooiste beroep ter wereld noemen. Daarnaast moet de verworven kennis worden aangevuld met menselijke kwaliteiten zoals geduld, empathie, luistervaardigheid, welwillendheid, teamgeest, aanpassingsvermogen, besluitvorming, observatie en veelzijdigheid. Koppels die een kind verwachten begeleiden en mama’s tijdens de verschillende fasen van het moederschap opvolgen behoren tot de bekendste taken van een verloskundige. Verloskundigen werken in verschillende omgevingen, zoals kraamafdelingen, eenheden voor hoogrisicozwangerschappen, bij patiënten thuis, in centra voor gezinsplanning, in medische huizen of zelfs voor hulporganisaties. Ze kunnen zowel als zelfstandige als in loondienst werken en hebben vaak een variabel uurrooster (met nacht- en weekendwerk). Het is een job die veel zelfopoffering vereist maar ook een enorm positieve impact heeft.

“In het geval van een crisis zijn wij een van de eersten die ingrijpen”

Verloskundigen spelen een essentiële rol tijdens crisissen en door ervoor te zorgen dat gezondheidszorgsystemen in staat zijn de gezondheid en rechten van alle gemeenschappen te beschermen, zelfs in de moeilijkste situaties. Ze werken samen met de gemeenschappen waarin ze leven en hebben het vertrouwen van de mensen die ze helpen. Bij door een crisis veroorzaakte complicaties zoals seksueel geweld, zwangerschapsverlies en seksueel overdraagbare aandoeningen zijn ze een van de eersten die ingrijpen, levensreddende zorg bieden met minimale middelen, essentiële middelen verdelen en zorgcontinuïteit garanderen.” Sandra Oyarzo Torres, voorzitter van de ICM.

Waarom dit thema?

Officiële poster van de IDM (Internationale Confederatie van Verloskundigen)

Zoals we tijdens de COVID-19-crisis hebben gezien, zijn de (para)medische beroepen inderdaad essentieel. Elke crisis brengt een tsunami aan uitdagingen met zich mee. Verloskundigen zijn daarbij onmisbaar, want ze zijn vertrouwenspersonen, ondersteunen het gezondheidssysteem met hun deskundigheid en verlenen tot 90% van de gezondheidsdiensten (op seksueel, reproductief, maternaal en neonataal vlak), zelfs tijdens crises. Zoals de ICM op haar website aangeeft, volbrengen verloskundigen immers een aantal cruciale taken:

  • zorgen voor veilige bevallingen en pre- en postnatale zorg verlenen;
  • anticonceptie geven, uitgebreide abortuszorg verlenen en zorg toedienen aan slachtoffers van gendergerelateerd geweld;
  • borstvoeding bevorderen en ervoor zorgen dat pasgeborenen veilige, schone en betrouwbare voeding krijgen;
  • gemeenschappen voorlichten en voorbereiden door de nodige kennis en hulpmiddelen te geven om veilig en gezond te blijven in noodsituaties.

 

→ Ontdek de toolkit van de ICM

↓ Video gepubliceerd door de ICM: Midwives: Critical in Every Crisis ↓

LulLABy Experience: interactieve workshops rond de zintuigen voor baby’s en ouders

De LulLABy Experience is terug van weggeweest, tot grote vreugde van groot en klein. LulLABy is een laboratorium dat deel uitmaakt van de Faculté de Psychologie, des Sciences de l’Education et de Logopédie van de Université libre de Bruxelles (ULB). Het richt zijn onderzoek op de cognitieve ontwikkeling van baby’s en organiseert interactieve workshops rond de vijf zintuigen (gepland op 7 mei 2025). Deze gratis ervaring mag je niet missen en gaat door in juni, juli en volgend jaar.

De LulLABy Experience is een goedhartig en altruïstisch initiatief om onderzoek en kennis over de mogelijkheden van zuigelingen te delen met het grote publiek. De workshops, die bedoeld zijn voor ouders en hun baby’s, werden gelanceerd op initiatief van Les P’tits Bouts, een team onderzoekers van LulLABy, een laboratorium van de Faculté de Psychologie, des Sciences de l’Education et de Logopédie van de ULB.

“Onze workshops zijn bedacht om de zintuigen van baby’s te stimuleren en zijn bedoeld om gezinnen een unieke en verrijkende ervaring te bieden waarbij de allerkleinsten nieuwe dingen kunnen ontdekken en ouders de ontwikkeling van de vijf zintuigen van hun kind beter kunnen begrijpen.” Les P’tits Bouts.

Alle zintuigen worden geprikkeld

Een moeder en baby tijdens een LulLABy Experience. Foto: Les P’tits Bouts

Ouders met een baby van vier tot achttien maanden kunnen deelnemen aan de LulLABy Experience. Om de praktische organisatie voor gezinnen te vergemakkelijken, zijn oudere broers en zussen ook welkom. De LulLABy Experience biedt de allerkleinsten dus workshops rond de vijf zintuigen (reukzin, gezicht, gehoor, tastzin en smaak). Zo kunnen de baby’s nieuwe ervaringen opdoen en krijgen de ouders meer inzicht in de ontwikkeling van hun kind. LulLABy voegt eraan toe: “De baby’s kunnen er spelen met voorwerpen met verschillende texturen, luisteren naar geluiden, nieuwe smaken ruiken en proeven, felle kleuren bekijken, enz. Al die activiteiten dragen zowel afzonderlijk als gezamenlijk bij tot hun globale ontwikkeling.”

 

Praktisch

Er waren verschillende datums gepland. Momenteel is de laatste vrije datum woensdag 7 mei 2025. Je kan je eenvoudig inschrijven door deze datum en het gewenste tijdslot te selecteren. Als je je bevestiging ontvangen hebt, mag je op 7 mei naar de workshop bij Usquare (vlak bij het station van Etterbeek).

→ Schrijf je in voor een workshop op 7 mei 2025

En voor degenen die de ervaring missen, worden de workshops herhaald in juni en juli, en volgend jaar weer. In de tussentijd is hier een boekje met de belangrijkste fasen van de ervaring → De LulLABy Exerience sensorische workshops

Les P’tits Bouts is een team onderzoekers van LulLABy, een laboratorium van de Faculté de Psychologie, des Sciences de l’Education et de Logopédie van de Université libre de Bruxelles. Ze zijn vooral geïnteresseerd in de manier waarop baby’s hun omgeving waarnemen en ermee omgaan, en in hun vermogen om te leren. LulLABy bestudeert de cognitieve en taalkundige ontwikkeling van“We weten nu dat baby’s geboren worden met buitengewone capaciteiten en dat ze al vanaf hun eerste levensmaanden enorm veel kunnen leren. Zo merken baby’s bijvoorbeeld al tijdens hun eerste maanden bedreigende dieren in hun omgeving heel snel op, zoals spinnen of slangen, ook als ze nog geen enkele ervaring hebben met die dieren. We hebben ook kunnen aantonen dat ze verschillende gezichtsuitdrukkingen, zoals blijdschap en angst, op zeer jonge leeftijd kunnen onderscheiden.” Les P’tits Bouts.

Over Les P’tits Bouts

baby’s en jonge kinderen in omstandigheden die aangepast zijn aan hun leeftijd. Les P’tits Bouts maakt deel uit van het Centre de Recherche en Cognition et Neurosciences (CRCN) van de Université libre de Bruxelles.

→ Meer informatie over Les P’tits Bouts

→ Ontdek alle studies van Les P’tits Bouts

Samuel Walheer

 

 

 

Wat is de toekomst van gynaecologie? De VVOG maakt de balans op

De Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (VVOG) deelt haar beoordeling van de belangrijkste toekomstige uitdagingen voor het beroep, waaronder de impact van sociale media, de plaatsing van een spiraaltje, het nationaal plan rond endometriose, verwijsbrieven, teleconsultaties en de begeleiding van kwetsbare zwangere vrouwen. De Specialist – een publicatie van de grootste medische persgroep van België – nam onlangs deel aan het laatste congres van de vereniging.

Het team van Born in Brussels volgt al die vrouwgerelateerde onderwerpen uiteraard op de voet, van de kinderwens en de zwangerschap tot de geboorte en de eerste duizend levensdagen van een kind. Zo publiceerden we al artikels over endometriose (Franstalig artikel),gynaecologisch en obstetrisch geweld (Franstalig artikel), hoe de socialmedia-account mon.gyneco gynaecologie laagdrempeliger maakt (Franstalig artikel) en teleconsultaties. In dit artikel vatten we de belangrijkste punten uit het artikel van De Specialist samen.

Rekening houden met sociale media

Op haar lentecongres besprak de VVOG de uitdagingen waar de gynaecologie voor staat. De impact van sociale media stond daarbij centraal. Gynaecologen zijn zich er steeds meer van bewust dat hun patiënten via die kanalen informatie halen zonder dat altijd met hun arts te bespreken. “Om hierop in te spelen, overwegen we om zelf actiever te worden op sociale media: met plannen voor een Instagramkanaal. Onze voorzitter, dr. Koen Traen, kwam ook met het idee om jobstudenten geneeskunde en communicatie in te zetten om TikTokfilmpjes met betrouwbare informatie te maken en zo desinformatie tegen te gaan.”

Veel gynaecologen weten slechts gedeeltelijk wat er circuleert op platforms zoals TikTok. Het gaat nochtans vaak om nepnieuws over anticonceptie, hormoonbehandelingen of vruchtbaarheid. Maar sommige apps die de vruchtbaarheid monitoren zijn wél betrouwbaar, al zijn ze minder doeltreffend om een zwangerschap te voorkomen. “Ze zijn echter vergelijkbaar met condoomgebruik”, zegt VVOG-woordvoerster dr. Isabelle Dehaene.

Richtlijnen voor de plaatsing van spiraaltje

Een ander actueel thema is de onderschatting van de pijn die samengaat met de plaatsing van een spiraaltje. “Vanuit de beroepsgroep (dr. Jan Bosteels) wordt gewerkt aan richtlijnen rond spiraalplaatsing, en er loopt een onderzoek naar pijnvrijere methoden. Ander interessant onderzoek dat nog in een beginstadium staat maar veelbelovend is, heeft te maken met de invloed van onze voeding op de kwaliteit van de eicel.”

Ook endometriose komt regelmatig in het nieuws. Zo heeft de Kamer onlangs een nationaal plan goedgekeurd dat nu in de praktijk moet worden gebracht.

Verder zijn de permanentie- en wachtdiensthonoraria van de gynaecologen onlangs bekendgemaakt. Dat heeft de rol van verwijsbrieven onder de aandacht gebracht en de mogelijke aanpassingen die sommige centra in hun wachtlijsten kunnen aanbrengen om de zorgcontinuïteit te garanderen.

Teleconsultaties blijven in gebruik

Een ander aandachtspunt waren de teleconsultaties. Volgens een enquête door De Specialist en MediSfeer behoren gynaecologen tot de specialismen die er het vaakst gebruik van maken, vooral om resultaten te verklaren of opvolging te garanderen.

Gynaecologen beschouwen teleconsultaties als een kosteneffectieve manier voor routineopvolgingen. Uiteraard vereist die praktijk duidelijke richtlijnen. Maar de recente intrekking van de terugbetaling roept vragen op voor de toekomst. Consultaties op afstand besparen immers tijd en geld, want patiënten hoeven niet terug te komen voor minder belangrijke zaken. Ondertussen blijven ziekenhuizen teleconsultaties registreren om er cijfers over te hebben.

De eerste duizend dagen

Tot slot wordt er binnenkort een webinar georganiseerd om de inhoud en de rollen te verduidelijken van het programma rond de eerste duizend dagen, een onderdeel van het interfederaal plan voor geïntegreerde zorg onder leiding van minister Vandenbroucke. “Het traject voor kwetsbare zwangere vrouwen is al goed gedefinieerd, maar het algemene kader voor die doelgroep moet nog worden verduidelijkt.”

Gedeeld door Samuel Walheer