Author Archives: Samuel

Internationale Dag van het Gezin: jongeren bewustmaken rond klimaatactie

Op 15 mei was het de Internationale Dag van het Gezin. Het was de dertigste verjaardag van dit wereldwijde evenement, dat in 1993 werd gelanceerd door de Verenigde Naties. Deze Internationale Dag vestigt de aandacht op gezinnen en de problemen waar ze regelmatig mee geconfronteerd kunnen worden. Het doel is ook (en vooral) om het grote publiek, en bovenal jongeren, bewust te maken van de impact die de klimaatverandering heeft op gezinnen. 

Het is belangrijk om te beseffen dat elk gezin uniek is, maar tegelijkertijd in een groter, gemeenschappelijk geheel past. Want we wonen allemaal in dezelfde omgeving, die we moeten beschermen, onder andere tegen de klimaatopwarming. Via de Dag van het Gezin willen de Verenigde Naties mensen als één grote familie samenbrengen rond een gezamenlijk thema, acties en initiatieven voor het klimaat lanceren en benadrukken dat het essentieel is om jongeren voor te lichten en op te leiden.

Gezinnen en het klimaat

De Verenigde Naties verklaren op hun website: “De klimaatverandering heeft een negatieve impact op de gezondheid en het welzijn van gezinnen. Ze zorgt voor meer vervuiling en extreme weersomstandigheden zoals orkanen, droogte en overstromingen, die op hun beurt de landbouwproductiviteit en de toegang tot water in het gedrang brengen, maar vaak ook leiden tot gedwongen verhuizingen en een verlies van bestaansmiddelen. Dat alles veroorzaakt meer honger en kwetsbaarheid en brengt economische ontwrichting met zich mee, vooral in klimaatgevoelige sectoren zoals de landbouw en de visserij. Gezinnen hebben een aanzienlijke invloed op het klimaat en kunnen dus een cruciale rol spelen bij de aanpassing aan en de beperking van de gevolgen van de klimaatverandering, wat zonder drastische maatregelen steeds moeilijker en duurder zal worden.”

Jongeren zijn de toekomst

Jongeren vormen de grootste groep in de wereldbevolking. Op dit moment zijn er 1,8 miljard jongeren van 10 tot 24 jaar. De nieuwe generatie aarzelt niet om haar stem te laten horen en te demonstreren. Jongeren willen de situatie verbeteren en zich inzetten voor het klimaat. Daarom verzamelen ze kennis, creëren en innoveren ze en zoeken ze steun bij elkaar met een gezamenlijk doel. Het is duidelijk dat gezinnen een belangrijke rol spelen. (Jonge) ouders moeten hun kinderen proactief opvoeden over klimaatkwesties. Want hoe vroeger we deze generatie bewustmaken, hoe beter ze zich kan inzetten voor een gezonder klimaat.

Dertigste editie

De belangstelling van de Verenigde Naties voor gezinnen dateert van de jaren 1980. In 1987 consulteerde de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties haar lidstaten over de eventuele afkondiging van een internationaal jaar van het gezin. Op 15 mei 1993 werd de Internationale Dag van het Gezin afgekondigd, bedoeld om het bewustzijn rond gezinsgerelateerde thema’s te verhogen en de kennis te verbeteren over de sociale, economische en demografische uitdagingen waar gezinnen mee te maken hebben. In 2015 hebben alle 163 lidstaten van de Verenigde Naties de 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen goedgekeurd. Die omvatten: armoede beëindigen, ongelijkheid terugdringen, kwaliteitsvol onderwijs en een goede gezondheid verzekeren en actie ondernemen om de klimaatverandering te bestrijden. Om die verschillende doelstellingen te bereiken, is het dus cruciaal om meer aandacht te besteden aan gezinnen. Uit de vele recente nieuwsberichten in verband met de klimaatverandering blijkt immers hoe belangrijk het is dat we ons klimaat beschermen.

 

Samuel Walheer

Mama’s overal in de bloemetjes: een wereldreis langs tradities

Op zondag 12 mei vierden velen traditiegetrouw Moederdag. Zoals elke tweede zondag van mei was het de ideale gelegenheid voor kinderen, ongeacht hun leeftijd, om hun geliefde mama te bedanken. Sommigen vinden dat echter een commercieel feest dat vrouwen reduceert tot één rol, namelijk kinderen baren. Maar voor de meeste mensen is dat de perfecte dag om hun liefde voor hun mama duidelijk te maken en haar te eren. Net als elders in de wereld, houden we er ook in België verschillende tradities op na. Tijd om op verkenning te gaan. 


Op zondag 12 mei was het overigens ook Dag van de Verpleging. Nóg een reden om de schijnwerper te richten op al die superhelden die ook mama zijn. Verpleegkundigen zijn onmisbaar in de medische wereld, dat heeft de covidperiode duidelijk bevestigd. Maar veel rust kennen ze niet, vooral niet als ze kinderen hebben. Ze moeten hun tijd thuis combineren met lange werkuren in het ziekenhuis, nachtdiensten en weekendwerk. Daarom was het voor het team van Born in Brussels vanzelfsprekend om de aandacht te vestigen op alle vrouwen die hun carrière zo goed mogelijk proberen te combineren met hun moederschap.

De oorsprong van Moederdag

De traditie rond Moederdag bestaat al sinds mensenheugenis. Of beter gezegd: sinds de oudheid. De Grieken vierden hun godin Rhea, de moeder van Zeus, die ze associeerden met het moederschap en als vruchtbaarheidssymbool zagen. Volgens schriftelijke bronnen werden moeders in de middeleeuwen gevierd in de lente, het seizoen dat in het teken stond van Maria, de moeder van Jezus. We maken een sprong in de tijd tot de twintigste eeuw, en de vele conflicten die ermee gepaard gaan. Zo bracht de komst van de Amerikanen in Frankrijk ook de invoering van een speciale dag met zich mee, ter ere van alle vrouwen die een kind hadden verloren. Later, toen de oorlog voorbij was, introduceerde Frankrijk een dag voor moeders van grote gezinnen om het geboortecijfer op te krikken.

Waar en hoe worden mama’s gevierd?

Zowel in België als in andere landen zetten we onze mama’s elk jaar in de lente in de bloemetjes. Dat gebeurt volgens verschillende tradities:

  • In België (en Canada) vieren de meeste mensen Moederdag op de tweede zondag van mei. De stad Antwerpen vormt echter een uitzondering, want daar vindt Moederdag plaats op 15 augustus. Kinderen grijpen die gelegenheid aan om hun mama te bezoeken en haar een cadeautje of een bos bloemen te geven.
  • In Frankrijk wordt Moederdag sinds 1950 gevierd op de laatste zondag van mei. Daar maken de meeste kinderen een knutselwerkje voor hun mama.
  • Duitse mama’s hoeven niet te werken op die feestelijke dag, die ook op de tweede zondag van mei plaatsvindt.
  • En in Spanje worden mama’s op de eerste zondag van mei gevierd. Op die dag hoeven mama’s en oma’s niet te koken.

Andere landen, andere gebruiken

Ongeacht de tijd van het jaar, is het heel gebruikelijk dat mama’s allerlei cadeaus krijgen van hun kinderen: chocola, juwelen, bloemen, knutselwerkjes, enz. In andere landen dan de al genoemde, worden die cadeaus op verschillende momenten uitgedeeld: in Argentinië worden mama’s in oktober verwend, in Noorwegen in februari en in Indonesië in december. Voor een indrukwekkende symboliek moet je in Ethiopië zijn, waar aan het einde van het regenseizoen de mama’s gevierd worden op Antrosht, een feest van drie dagen lang met dansen en familiebijeenkomsten. In Thailand, tot slot, is Moederdag een officiële feestdag, waarop de straten blauw kleuren en op allerlei manieren worden verlicht. Hoewel er in de wereld verschillende rituelen en gebruiken zijn rond Moederdag, blijft de bedoeling hetzelfde: de eerste vrouw in ons leven, onze mama, een leuke dag bezorgen.

Samuel Walheer

 

 

Wereldvaccinatieweek: jezelf en anderen beschermen is onbetaalbaar!

Eén ding is zeker: vaccinatie werkt. Heel goed zelfs, want volgens UNICEF redt vaccinatie elk jaar bijna 4,4 miljoen levens. Maar door angst voor en ontoegankelijkheid van vaccins wordt een deel van de wereldbevolking niet gevaccineerd. Volgens tellingen van UNICEF is 22,6% van de kinderen uit de armste gezinnen ter wereld niet gevaccineerd. De oorzaken hiervoor zijn internationale conflicten en pandemieën (zoals COVID-19, wat leidde tot een duidelijke afname van de vaccinaties). Desondanks zou de vaccinatiegraad in de loop der jaren verder kunnen stijgen, vooral dankzij bewustmakingscampagnes zoals de Wereld Vaccinatieweek.

Waarom zou ik me laten vaccineren?

Je laten vaccineren leidt voornamelijk tot een betere levenskwaliteit en een lager sterftecijfer. Maar in de praktijk is het echter niet altijd zo eenvoudig, want bepaalde factoren kunnen de keuze voor of de toegang tot vaccinatie belemmeren, afhankelijk van de lokale sociaaleconomische situatie. In sommige Afrikaanse en Aziatische landen komen bepaalde ziekten met een lage vaccinatiegraad nog steeds veel voor, zoals poliomyelitis of difterie. Je laten vaccineren betekent ook jezelf beschermen tegen een aantal ziekten waarvan de complicaties ernstig en zelfs dodelijk kunnen zijn, en zo voorkomen dat gevaarlijke ziekten opnieuw de kop opsteken. Dankzij het gebruik van vaccins kunnen we voorkomen dat we zeer besmettelijke ziektes ontwikkelen zoals de mazelen en griep, en zo het risico op besmetting van andere mensen verkleinen. Het Observatorium voor Gezondheid en Welzijn, de onderzoeksdienst van Vivalis (waarvan Born in Brussels deel is), deelde onlangs zijn gezondheidsindicatoren. Die gezondheidsindicatoren verschijnen om de vijf jaar en belichten de uitdagingen voor de volksgezondheid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Een van de vele bevindingen is dat preventie (waaronder vaccinatie) het ziekte- en sterftecijfer van onze bevolking door overdraagbare ziekten kan verlagen.

→ De Franstalige organisatie “vaccination-info.be”

Een betere volksgezondheid bereik je samen

In België valt vaccinatie onder de bevoegdheden van de gemeenschappen en gewesten. Daarom heeft de Hoge Gezondheidsraad (HGR) de opdracht om de volksgezondheid te garanderen en te verbeteren door wetenschappelijke adviezen te formuleren als leidraad voor politieke besluitvormers en zorgprofessionals. Er is een werkgroep gespecialiseerd in vaccinaties, die een vaccinatiekalender opstelt en indien nodig elk jaar aanpast. Een deel van de wereldbevolking kan niet gevaccineerd worden, omdat hun gezondheid hiervoor te kwetsbaar is. Een ander deel moet net absoluut gevaccineerd worden, met het risico dat hun levensverwachting afneemt.

De meest kwetsbaren

Zuigelingen: een groot aantal vaccins wordt sterk aanbevolen en één daarvan, het poliovaccin, is sinds 1967 verplicht in heel België. Daarnaast kunnen familie en naasten van een pasgeborene zich laten vaccineren tegen kinkhoest, om te voorkomen dat de baby wordt besmet voordat hij of zij oud genoeg is om gevaccineerd te worden. Het standpunt van de WGO over de vaccinatie van kinderen is: “In slechts vijftig jaar zijn we van een wereld waarin veel ouders vreesden voor de dood van hun kind geëvolueerd naar een wereld waarin elk kind, als het gevaccineerd is, een kans heeft om te overleven en zich te ontwikkelen”. Op de website van UNICEF zijn de tien belangrijkste cijfers voor kindervaccinatie wereldwijd vermeld, waaronder deze: in vijftig jaar is de overlevingskans van zuigelingen met 30% toegenomen dankzij vaccinatie.

Zwangere vrouwen: vaccinatie werkt als een beschermende barrière voor zowel de zwangere vrouw als de foetus/het kind. “Elke twee minuten sterft er wereldwijd een vrouw aan baarmoederhalskanker. Volgens het verslag van UNICEF State of the World’s Children 2023 zijn zeven op de acht meisjes niet gevaccineerd tegen het humaan papillomavirus (HPV), dat die ziekte veroorzaakt”. De Hoge Gezondheidsraad adviseert onder andere dat zwangere vrouwen zich laten vaccineren tegen kinkhoest, tetanus, de seizoensgriep en COVID-19.

→ De gemeenschappen hebben een basisvaccinatieschema opgesteld dat de verschillende leeftijden vermeldt waarop de verschillende vaccinaties worden aanbevolen. Basisvaccinatieschema | laatjevaccineren.be

De situatie wereldwijd

Net als andere internationale organisaties die humanitaire hulp bieden, zoals UNICEF en het Rode Kruis is de WGO bevoegd om strategieën op te stellen om het bewustzijn van de noodzaak van vaccinatie op internationaal niveau te vergroten. Het is trouwens vijftig jaar geleden dat het zijn Expanded Programme on Immunization (EPI) opstelde. Het idee achter het project, dat in 1974 werd opgestart, is om iedereen gelijke toegang tot levensreddende vaccins te geven, ongeacht hun afkomst of sociaaleconomische status. De meeste geïndustrialiseerde landen hebben nu een nationaal vaccinatieprogramma, omdat gebleken is dat het zowel kosteneffectief als doeltreffend is. Op Europees niveau bestaat er een European Center for Disease Prevention and Control (ECDC), dat is opgericht in 2005 en gevestigd is in Stockholm. Het is zijn taak om de bescherming van Europa tegen besmettelijke ziekten te versterken door, onder andere, adviezen over vaccinatie uit te brengen. Ter gelegenheid van de Wereld Vaccinatieweek deelde het centrum onlangs de animatie “Vaccins, protecting generations” → EIW_2024_GIF_0.gif (1058×1058) (europa.eu)

 

Samuel Walheer

Meer informatie over het Expanded Programme on Immunization (EPI) ↓

“Je kleine spruit(en) veilig vervoeren”: een preventiecampagne van Brussel Mobiliteit

Brussel Mobiliteit ver­vol­gt zijn verkeersveiligheidscampagne “Je kleine spruit(en) veilig vervoeren”. Die is gericht op ouders en omvat advies over hoe je een kinderzitje het beste kunt gebruiken. De campagnebrochure bevat ook aanbevelingen voor fietsers en motorrijders om de veiligheid van eventuele jonge passagiers te waarborgen. De poster van de campagne is te zien in de meeste voorzieningen voor jonge kinderen.


Brussel Mobiliteit lanceerde de campagne in 2019, toen uit een studie van Vias bleek dat slechts één op vier kinderen correct vastgeklikt zit in de wagen. Die schokkende cijfers herinneren (nieuwe) ouders, en iedereen die verantwoordelijk is voor kinderen, er ook vandaag nog aan hoe belangrijk correcte veiligheidshandelingen zijn.

Voorkomen is beter dan genezen

Om de verkeersveiligheid van kinderen te verbeteren, kan ingezet worden op: educatie en bewustmaking, aanpassingen aan de weginfrastructuur, ontwikkelingen in de voertuigtechnologie en het gebruik van beschermingsmiddelen zoals een fietshelm en kinderbeveiligingssystemen“, zo staat te lezen op de website van Vias over kinderen en verkeersveiligheid. Het is één ding om de juiste uitrusting te hebben om je kind veilig te vervoeren met de wagen, fiets of motor, weten hoe je die moet gebruiken is nog iets anders. Ouders en weggebruikers zitten soms met vragen, zoals: hoe gebruik ik een kinderzitje of een fietskar, hoe kies ik de juiste helm om mijn kind op een motor te vervoeren? Daarom heeft Brussel Mobiliteit een brochure met praktische antwoorden opgesteld.

Wat staat er in de brochure?

Wie de brochure van zestien pagina’s downloadt, ontdekt een leerrijk hulpmiddel met illustraties in frisse kleuren en heel toegankelijke uitleg. Naast gebruikstips wordt ook vermeld wat de wet zegt en wat de andere verplichtingen en huidige normen zijn. Een van de vele tips is om geen tweedehands kinderzitje te kopen. Dat kan immers onzichtbare schade opgelopen hebben waardoor het beschermingsniveau bij een botsing daalt. In de brochure komen drie vervoersmiddelen aan bod:

  • de auto: het babyzitje, het kinderzitje en de zitverhoger;
  • de fiets: het kinderstoeltje voor- of achteraan, de fietskar, de bakfiets en de longtail;
  • de motor: de zijspan of sidecar, de bromfietsen en de motorfiets.

→ Lees de brochure “Je kleine spruit(en) veilig vervoeren”

→ Heb je nog vragen? mobiliteit@gob.brussels

In Wallonië

In Wallonië is AWSR (het Waals agentschap voor Verkeersveiligheid) verantwoordelijk voor deze kwesties. Dat agentschap lanceerde in januari 2024 ook een bewustmakingscampagne, die kreeg als titel: “Enlevez-lui son manteau” (Doe zijn jas uit). Ze gaat over het juiste gebruik van het kinderzitje en benadrukt hoe belangrijk het is om de jas van je kind uit te trekken voordat je hem of haar in het zitje vastklikt. Het kledingstuk verlaagt namelijk de doeltreffendheid van het zitje. Bovendien blijkt uit een van de studies van het Waalse agentschap dat meer dan 90% van de ondervraagden hun kinderen vastklikken in de auto, maar dat kinderzitjes niet systematisch worden gebruikt. In Wallonië gebruikt ongeveer één persoon op vijf nooit een kinderzitje en slechts één persoon op tien gebruikt het voor bepaalde verplaatsingen.

 

Samuel Walheer

“Mijn gezondheid, mijn recht”, de nieuwe campagne van de WGO voor Wereldgezondheidsdag

Sinds de Wereldgezondheidsorganisatie op 7 april 1948 werd opgericht, vieren we op die datum Wereldgezondheidsdag. Dit jaar koos de WGO “Mijn gezondheid, mijn recht” als thema. Met die wereldwijde campagne wil ze het brede publiek bewuster maken van gezondheidskwesties en streven naar meer toegankelijke gezondheidszorg voor iedereen. Elke dag worden mensenlevens bedreigd en bevolkingsgroepen het recht op gezondheid ontzegd door conflicten, armoede, klimaatverandering of luchtvervuiling.

Volgens de WGO-Raad voor de Economie van Gezondheid voor Iedereen verankeren minstens 140 landen gezondheid als een mensenrecht in hun grondwet. Toch heeft geen enkel land wetten aangenomen of gehandhaafd die zijn burgers het recht op toegang tot gezondheidszorg garanderen. Dat verklaart waarom zeker 4,5 miljard mensen – of meer dan de helft van de wereldbevolking – in 2021 niet volledig beschermd waren door essentiële gezondheidsdiensten.

“Mijn gezondheid, mijn recht”

Om de campagne in te luiden, bracht de directeur-generaal van de WGO, dokter Tedros Adhanom Ghebreyesus, een duidelijke boodschap: “Wat kunnen we doen om ons recht op gezondheid te laten gelden? Heel veel! We moeten eerst en vooral onze rechten kennen! We hebben recht op kwaliteitsvolle gezondheidszorg, onderwijs en informatie. Onze gezondheid hangt af van drinkbaar water, schone lucht en gezonde voeding, kwaliteitsvolle huisvesting, een veilige omgeving, goede omstandigheden, fatsoenlijk werk en een zekere mate van vrijheid, zonder geweld en discriminatie.” Dokter Ghebreyesus herhaalde ook hoe belangrijk het is om zo goedkoop mogelijk toegang te hebben tot essentiële gezondheidsdiensten, dat iedereen recht heeft op gezondheid, en de betrokkenheid van gemeenschappen essentieel is wanneer er beslissingen over gezondheid worden genomen. Bovendien benadrukte hij dat overheden verantwoordelijkheidsbesef moeten hebben.

→ Naar de WGO-campagne (link naar Franstalige pagina)

Bewustzijn vergroten

De boodschap van de WGO herinnert ons eraan dat onze gezondheid uiterst belangrijk is en dat we er goed voor moeten zorgen. Dat vereist kennis over zowel onze persoonlijke situatie als die van de mensen om ons heen, onze buren en iedereen op aarde. Daarom focust de Wereldgezondheidsdag 2024 op universele mensenrechten. Om die te doen gelden, beveelt de Wereldgezondheidsorganisatie aan om van gezondheid een prioriteit te maken. Verder moet iedereen zijn rechten op het vlak van gezondheid kennen en kunnen beslissen over zijn eigen gezondheid. Daarnaast moet het recht op gezondheid als een fundamenteel mensenrecht worden beschermd en gepromoot.

Wat doet de WGO?

De WGO helpt landen aan hun verplichtingen te voldoen door te zorgen voor een discriminatieloze toegang tot kwaliteitsvolle en doeltreffende gezondheidsdiensten en de onderliggende bepalende gezondheidsdeterminanten mogelijk te maken. Om die doelstelling te bereiken, neemt de WGO deze acties:

  • pleiten voor het recht op gezondheid en andere gerelateerde mensenrechten, voornamelijk via communicatiecampagnes (link naar Engelstalige pagina);
  • bijdragen tot meer bewustzijn van gezondheidsgerelateerde mensenrechten, zoals het recht op veilige gezondheidszorg;
  • landen helpen om normen voor mensenrechten op te nemen in hun wetten, gezondheidsprogramma’s en beleid, vooral door hulpmiddelen en richtlijnen te ontwikkelen zoals richtlijnen voor mensenrechten op het vlak van geestelijke gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid (links naar Engelstalige pagina’s);
  • besluitvormers beter in staat stellen om hun aanpak rond gezondheid op rechten te baseren;
  • op feiten gebaseerde gegevens, analyses en aanbevelingen over gezondheid en mensenrechten bekendmaken;
  • samenwerken met andere instanties van de Verenigde Naties zodat ze worden erkend als essentiële pijlers van doeltreffende gezondheidsdiensten, met name door de VN-strategie voor de inclusie van personen met een handicap op elk van de drie WGO-niveaus toe te passen.

 

 

Samuel Walheer