Author Archives: Sofia

Droits Quotidiens biedt nieuwe informatie over de toegang tot gezondheidszorg voor buitenlanders

De vzw Droits Quotidiens is gespecialiseerd in duidelijke juridische taal en heeft nieuwe informatie op haar website geplaatst over de toegang tot gezondheidszorg voor buitenlanders (alleen in het Frans). De informatiefiches die ze bieden, zijn gratis beschikbaar tot het einde van 2024.

De juridische inhoud is gemakkelijk toegankelijk op de website Droits Quotidiens, via het tabblad “Etrangers” (Buitenlanders), dat een aantal thema’s biedt, waaronder “Etrangers et soins de santé” (Buitenlanders en gezondheidszorg).

Etrangers et soins de santé (Buitenlanders en gezondheidszorg) – website Droits Quotidiens

De nieuwe informatiefiches zijn georganiseerd in een boomstructuur met vier niveaus om gemakkelijk zoekopdrachten te verfijnen en de fiche te vinden die overeenkomt met de specifieke situatie van de buitenlander. Het tweede niveau heeft drie thema’s: Statut de séjour et aides pour payer les soins de santé (Verblijfsstatuut en hulp bij kosten voor gezondheidszorg) – L’aide médicale urgente (Dringende medische hulp) – Séjour médical (Medisch verblijf).

Het vierde niveau bevat meer dan 35 informatiefiches in duidelijke juridische taal. Ze vermelden met de volgende inhoud: de datum waarop de inhoud is bijgewerkt, de regio’s waar de informatie geldt, de informatie zelf, eventuele bijlagen of voorbeelden van in te vullen documenten en links naar verwante fiches om de informatie aan te vullen.

Vzw Droits Quotidiens

De vzw bestaat al twintig jaar en wil de wet toegankelijk en begrijpelijk maken voor de meest kwetsbaren. Ze biedt verschillende diensten aan, zoals juridische bijstand voor maatschappelijk werkers en opleidingen, maar ze schrijft ook inhoud op maat en verhuurt inhoud voor andere websites, enz. Om al die opdrachten uit te voeren, bestaat het team uit juristen die gespecialiseerd zijn in verschillende vakgebieden, met als motto: “Iedereen wordt verondersteld de wet te kennen, maar je moet ze wel begrijpen.”

Droits Quotidiens en Born in Brussels werken samen

Het is logisch voor Born in Brussels om een beroep te doen op dit team om kwaliteitsvolle inhoud te bieden over juridische kwesties voor jonge en toekomstige ouders. Het voordeel is dat de wettelijke informatiefiches in onze rubriek Rechten en procedures automatisch worden bijgewerkt. Verschillende thematische tabbladen geven je toegang tot meer dan 130 informatiefiches.

 

–> Ontdek hier de gratis beschikbare inhoud (alleen in het Frans).

–> Contact: 081 39 06 20 – info@droitsquotidiens.be

Vivalis.brussels is de nieuwe naam van de Administratie van de GGC ; Born in Brussels is er daar één van

Door te kiezen voor vivalis.brussels als nieuwe benaming, willen de Diensten van het Verenigd College (DVC) van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie – waaronder Born in Brussels – hun missie op het gebied van volksgezondheid en sociale preventie benadrukken. Kortom, een nieuwe, duidelijkere en sprekendere identiteit voor de Brusselaars.

Born in Brussels maakt sinds kort deel uit van het Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, dat op zijn beurt deel uitmaakt van vivalis.brussels. Born in Brussels is een van de vier aspecten van de missie van het Observatorium: “Informatie voor de Brusselaars en professionelen via wetenschappelijke projecten”.

Betere identificatie van vaardigheden

De visuele identiteit van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en haar administratie, de Diensten van het Verenigd College, heeft sedert de oprichting in 1989 geen grote grafische veranderingen ondergaan. De huidige beslissing om een nieuwe identiteit aan te nemen, weerspiegelt de wens om na te denken over de positie van de administratie en haar missie. Vivalis.brussels is gekozen om de vaardigheden van de Diensten van het Verenigd College op het gebied van gezondheid en welzijn beter te identificeren en zo elke verwarring met de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie uit te sluiten.

Vitaliteit, leven en welzijn

Meer beknopt en gemakkelijker te onthouden, maakt vivalis.brussels het ook mogelijk om de communicatie voor de burger te vergemakkelijken, door juridisch-technocratische terminologie te vermijden. Visueel wordt de nadruk gelegd op de V om vitaliteit, leven en welzijn te benadrukken. De slogan “Voel je goed, leef beter” maakt het beter begrijpen van de missies en de rol van de administratie mogelijk.

Deze nieuwe identiteit is het resultaat van participatief werk, waarbij medewerkers van de DVC betrokken waren bij workshops en denkgroepen. Het doel was om het begrip van de missies van de administratie, met name op het gebied van gezondheid en welzijn, te verbeteren bij de Brusselse burgers en de partners actief in deze sectoren.

Symbool voor de transformatie van de administratie

Het moment om deze verandering door te voeren is niet toevallig en markeert het afsluiten van de periode van de gezondheidscrisis. Het symboliseert de transformatie van de administratie, die nu alle bevoegdheden van de 6e staatshervorming op zich neemt, met name op het gebied van preventieve geneeskunde, risicobeheer en hervorming van de eerstelijnszorg.

Deze nieuwe identiteit weerspiegelt ook de wens om zich te conformeren aan de regionale grafische normen, net als andere Brusselse administraties zoals safe.brussels (ter vervanging van BPV), urban.brussels (GOBSE) en paradigm (CIBG).

Merk op dat de benaming “Diensten van het Verenigd College” zal worden behouden voor officiële handelingen, zoals overeenkomsten en subsidieverantwoordingen.

Ja, kinderen hebben rechten vanaf hun geboorte. Laten we erover praten!

Op 20 november is het de Internationale Dag van de Rechten van het Kind. Dat is een gelegenheid om die rechten op een rijtje te zetten en de balans op te maken van heel wat nieuwe ontwikkelingen op dit gebied in België: de verkiezing van een nieuwe afgevaardigde voor de rechten van het kind, een gloednieuw webportaal, een aantal georganiseerde evenementen … Want het klopt dat kinderen rechten hebben vanaf hun geboorte en daar moeten we zoveel mogelijk over praten.

De rechten van het kind, waarvan sommige al bij de geboorte worden toegekend, zijn vastgelegd in het “Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind” uit 1989, dat 192 landen hebben goedgekeurd. Het is geen toeval dat we er op 20 november over praten, want zowel het Verdrag als de Verklaring van 1959 werden op die dag aangenomen.

Rechten vanaf de geboorte

De fundamentele rechten van baby’s omvatten in de eerste plaats burgerrechten: het recht op leven, op een naam en een nationaliteit, recht op bescherming tegen inmenging in hun privéleven, het recht op de nodige bescherming en zorg, enz. Meer bepaald heeft een kind met een beperking recht op bijzondere zorg, onderwijs en training om hem of haar in staat te stellen een volwaardig en behoorlijk leven te leiden.

Economische rechten vereisen dat kinderen recht hebben op een levensstandaard die toereikend is voor de lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke en maatschappelijke ontwikkeling van het kind. Ze hebben ook het recht de voordelen te genieten van voorzieningen voor sociale zekerheid, met inbegrip van sociale verzekering.

Wat betreft de politieke rechten mag geen enkel kind worden onderworpen aan foltering of aan een andere wrede behandeling of bestraffing. De staat moet kinderen beschermen tegen alle vormen van mishandeling door ouders of andere personen die verantwoordelijk zijn voor de zorg voor het kind. Kinderen hebben ook het recht om met hun ouders samen te leven, tenzij geoordeeld wordt dat dat onverenigbaar is met de belangen van het kind.

Sociale rechten waarborgen dat het kind een passende levensstandaard heeft, de grootst mogelijke mate van gezondheid en bijzondere bescherming geniet als het niet in zijn of haar gezinsmilieu kan leven. Kinderen met een beperking hebben recht op bijzondere zorg.

Tot slot omvatten culturele rechten het recht op onderwijs, het recht op de ontplooiing van de persoonlijkheid van het kind en het recht op vrije tijd, spel en deelname aan culturele en artistieke activiteiten.

Een nieuwe Franstalige afgevaardigde voor de rechten van het kind

Sinds begin 2023 is Solayman Laqdim de nieuwe algemene afgevaardigde voor de rechten van het kind. Hij volgt Bernard De Vos na vijftien jaar op. De rol van de algemene afgevaardigde is niet veranderd: hij moet aanbevelingen doen en politieke en administratieve verantwoordelijken regelmatig herinneren aan hun engagementen en verplichtingen op het gebied van de rechten van het kind. De heer Laqdim (34 jaar) wil prioriteit geven aan de strijd tegen armoede. In een interview met ONE legt hij uit waarom: “Helaas komen de kinderen die de meeste moeite hebben om hun rechten te laten gelden vaak uit gezinnen die in zeer precaire omstandigheden leven.”

Aan Vlaamse kant geeft het Kinderrechtencommissariaat een stem aan kinderen en jongeren. Net zoals dat van de Federatie Wallonië-Brussel, spoort het Kinderrechtencommissariaat met de hulp van ouders, professionals en andere mensen uit de omgeving van kinderen signalen op dat de rechten van kinderen en jongeren worden geschonden. De leden treden op als bemiddelaars, onderzoeken klachten en adviseren besluitvormers. Sinds 1 augustus 2019 is Caroline Vrijens de derde Vlaamse kinderrechtencommissaris.

Een gloednieuw webportaal en een Youtube-kanaal

De nieuwe algemene afgevaardigde, Solayman Laqdim, benadrukt dat het belangrijk is dat kinderen hun rechten kennen: “We moeten er alles aan doen om die informatie toegankelijker te maken door de rechten uit te leggen in een taal die kinderen begrijpen. Mijn team en ik maken ook gebruik van alle communicatie- en verspreidingsmiddelen die jongeren gebruiken”, vertelt hij tijdens het interview. Sinds zijn verkiezing werd een nieuw, gebruiksvriendelijker en intuïtiever webportaal aangemaakt om de rechten van kinderen te promoten. Er werd ook een YouTube-kanaal opgericht met zeer professionele video’s (gefilmd door onder andere BX1), gepresenteerd door en voor kinderen. Zij kregen bovendien al een voorproefje te zien in afwachting van 20 november.

Evenementen om de rechten van het kind te promoten

Een welbekend evenement voor kinderen van 0 tot 18 jaar is het festival En Avant!.Dat feest van de rechten van het kind wordt sinds 2011 elk jaar gehouden en heeft als doel kinderen op een leuke en feestelijke manier bewust te maken van hun rechten.

De Ligue des Droits de l’Enfant organiseert ook een aantal evenementen en conferenties die meer gericht zijn op professionals. Zo nodige de Ligue op 20 november de sector uit voor een symposium over inclusief onderwijs.  Het recht op inclusie is namelijk net zo belangrijk als het recht op onderwijs.

Aan Nederlandstalige kant heeft het Kinderrechtencommissariaat een campagne met posters, mindmaps, T-shirts en stickers opgestart. De slogans van die campagne zijn: “Geef jongeren een stem” en “Wij komen op voor jouw rechten!”

 

Kinderarmoede : nieuwe invalshoeken voor analyse bij de Koning Boudewijnstichting

Op 18 oktober werd een nieuwe studie (in opdracht van de Koning Boudewijnstichting) over kinderarmoede voorgesteld aan een honderdtal beleidsmakers. De recentste cijfers over deprivatie bij kinderen bevestigen dat veel kinderen in ons land het dagelijks moeilijk hebben. 12,8% lijdt onder materiële deprivatie: ze moeten dagelijks minstens 3 van 17 items missen die de EU als essentieel beschouwt voor een gezonde en evenwichtige ontwikkeling. Met dat cijfer scoort België slecht in de Europese rangschikking. Er zijn evenwel grote verschillen tussen de regio’s van ons land. Verontrustend is het feit dat kinderen die vooral of uitsluitend bij hun (alleenstaande) moeder wonen vier keer meer risico lopen om gedepriveerd te zijn. 

{Persbericht van de Koning Boudewijnstichting}

Kinderarmoede is een grote maatschappelijke uitdaging met aanzienlijke gevolgen, niet enkel voor de kinderen en hun gezin, maar ook voor de hele samenleving. Om nieuwe invalshoeken voor analyse aan te dragen, publiceert de Koning Boudewijnstichting de resultaten van een nieuwe studie van twee onderzoekers, Anne-Catherine Guiot (LISER) en Wim Van Lancker (KU Leuven), gebaseerd op de recentste gegevens (van 2021). Deze thematiek zal ook centraal staan bij het Europese voorzitterschap van België begin 2024.

Regionale verschillen

Sinds 2018 gebruiken EU-lidstaten, boven op het inkomen van de ouders, een extra indicator om kinderarmoede te meten: de specifieke deprivatie van kinderen. Deze indicator meet de dagelijkse moeilijkheden van kinderen, die kunnen verschillen van die van hun ouders. Hij is gebaseerd op de toegang tot 17 items die als essentieel worden beschouwd voor een gezonde en evenwichtige ontwikkeling van elk kind dat opgroeit in Europa. Eet het elke dag fruit en groenten? Kan het kind soms vriendjes uitnodigen thuis? Is de woning voldoende verwarmd?… Een kind wordt beschouwd als gedepriveerd als het minstens 3 van deze 17 items niet heeft (cfr. infografiek).

In België is 12,8% van de kinderen gedepriveerd, maar er zijn forse regionale verschillen: 21% in Brussel, 17,3% in Wallonië en 8,5% in Vlaanderen. Hoewel de deprivatie bij kinderen sinds 2014 aanzienlijk gedaald is in de hele EU, is de daling veel beperkter in België. Opvallend is dat bepaalde lidstaten, met een lager welvaartspeil (zoals Slovenië, Estland of Kroatië), er beter in slagen om kinderen te beschermen tegen materiële deprivatie dan sommige meer welvarende landen zoals België.

Kinderen met een hoger risico

Sommige kinderen zijn meer blootgesteld aan materiële deprivatie. Het risico is veel groter voor kinderen van wie de ouders

  • geen werk hebben;
  • een beperkt inkomen hebben;
  • laagopgeleid zijn;
  • een woonst huren;
  • uit een niet-EU-land zijn;
  • alleenstaand zijn – en dan vooral alleenstaande moeders.

Veelvuldige gevolgen

· De studie legt een verband bloot tussen deprivatie en gezondheidsproblemen: een gedepriveerd kind loopt drie keer meer risico om niet gezond te zijn. Dit kan gevolgen hebben op korte en lange termijn, wanneer de kinderen volwassen zijn. Gedepriveerde kinderen hebben verhoudingsgewijs ook meer niet-ingevulde medische behoeften.

· Op het vlak van pre-scolaire opvang worden kinderen in deprivatie dubbel gestraft. Ze worden minder vaak opgevangen in kinderopvanginitiatieven zoals crèches, maar ze worden ook minder vaak informeel opgevangen door familieleden.

· Gedepriveerde kinderen wonen vaker in een sociale woning dan niet-gedepriveerde kinderen. Maar met 75% van de gedepriveerde kinderen die vandaag niet in een sociale woning leven, is er nog veel ruimte voor verbetering in de levensomstandigheden van deze kinderen via dit type huisvesting.

Meer deprivatie wanneer moeders er alleen voor staan

Voor het eerst brengt de studie het risico van deprivatie in kaart naargelang de gezinssamenstelling en in het bijzonder, voor kinderen van wie de ouders uit elkaar zijn – een kwart van de kinderen tussen 0 en 17 jaar. Twee derde van hen leeft hoofdzakelijk of uitsluitend bij hun moeder. Kinderen die opgroeien bij alleenstaande ouders (die niet opnieuw een partner hebben) lopen meer risico op deprivatie, maar dat risico is nog hoger wanneer ze bij hun alleenstaande moeder wonennamelijk vier keer hoger. Ter vergelijking: dit risico is 2,5 keer hoger voor kinderen die leven bij hun alleenstaande vader.

Moeders bij wie de kinderen (bijna) uitsluitend verblijven, combineren verschillende vormen van kwetsbaarheid, en dit verhoogt het risico op deprivatie voor hun kinderen. 80% van hen werkt deeltijds, is werkloos of is helemaal niet beschikbaar voor de arbeidsmarkt. Ze hebben dus minder inkomsten, terwijl de kosten voor een gezin en de zorg voor kinderen hoger zijn. Bovendien krijgt 61% van de alleenstaande moeders geen alimentatie van hun ex-partner.

Kinderarmoede is en blijft een verontrustende realiteit, maar ze is niet onontkoombaar. Het inzetten en versterken van gerichte beleidsmaatregelen is een krachtige hefboom om de vicieuze cirkel van de armoede te doorbreken. De studie biedt in dit opzicht verschillende sleutels voor een beter begrip die nuttig kunnen zijn voor beleidsmakers die effectieve structurele maatregelen willen nemen om kinderarmoede te bestrijden.

Perinatale zorg, vroege kinderjaren en geestelijke gezondheid: de sector komt samen om gezinnen beter te helpen

Onder de vlag van Bru-Stars, het Brusselse netwerk voor geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren, is onlangs een nieuwe werkgroep opgericht over perinatale zorg, vroege kinderjaren en geestelijke gezondheid. Het doel is om een aantal professionals, zowel Franstalig als Nederlandstalig, die werkzaam zijn in de perinatale sector in Brussel samen te brengen om na te denken over hoe kennis en expertise efficiënter gedeeld kunnen worden. Het uiteindelijke doel is natuurlijk om gezinnen beter te ondersteunen.

Dit initiatief om een werkgroep op te richten kreeg meer specifiek vorm als onderdeel van het programma Crosslink, dat tot doel heeft de banden te verbeteren tussen professionals die werken rond een of ander thema dat verband houdt met kinderen en geestelijke gezondheid. Het wordt geleid door Caroline Grégoire, klinisch psycholoog bij het mobiel team Perinataliteit en vroege kinderjaren van Bru-Stars.

Doelstellingen van de werkgroep Perinataliteit en vroege kinderjaren

Deze werkgroep werd enkele jaren geleden opgericht, maar zijn activiteiten werden vertraagd tijdens de COVID-19-crisis. Het initiatief werd onlangs hervat en deze keer werd Born in Brussels uitgenodigd om deel te nemen aan de discussies. Uit het rondetafelgesprek bleek een sterke deelname van psychologische beroepen: psychologen, kinderpsychiaters, maatschappelijk werkers van ziekenhuizen met moeder(ouder)/kind afdelingen, enz. Andere professionals vertegenwoordigden kinderdagverblijven, de dienst voor jeugdhulp, een perinataal expertisecentrum, mobiele geestelijke gezondheidszorg interventieteams en ONE.

De doelstellingen van deze werkgroep zijn duidelijk:

  • de uitwisseling en het delen van ervaring en expertise vergemakkelijken tussen professionals op het terrein uit verschillende sectoren op het gebied van perinatale zorg en vroege kinderjaren;
  • de wederzijdse kennis tussen spelers bevorderen;
  • de expertise rond geestelijke gezondheid uitbreiden.

Behoeften en wensen van deelnemers aan deze eerste netwerkvergadering

Hoewel veel van de spelers die aanwezig waren op deze eerste vergadering behoorden tot de wereld van psychiaters en psychologen, wil het programma Crosslink openstaan voor andere disciplines en deskundigen op het terrein. De kwesties die door de deelnemers naar voren zijn gebracht, zijn uiteenlopend en hebben betrekking op sociale, medische en psychologische gebieden. De oorzaken van geestelijke gezondheidsproblemen bij volwassenen en kinderen tijdens de perinatale periode zijn vaak complex en hebben te maken met een aantal onderling samenhangende factoren. Allereerst werd de deelnemers gevraagd om drie bezorgdheden en behoeften, in volgorde van belangrijkheid, in hun dagelijkse praktijk te identificeren.

Netwerken, in kaart brengen, brainstormen…

De meest gekozen thema’s waren het beter leren kennen van de spelers, zowel aan Franstalige als Nederlandstalige kant, een digitale ruimte gewijd aan netwerken en een cartografie van Brusselse organisaties en spelers.

De deelnemers gaven ook aan dat het belangrijk is om beleidsmakers op de hoogte te stellen van de obstakels die de goede werking van hun dagelijkse praktijk in de weg staan en, meer in het algemeen, dat het belangrijk is om na te denken over de sociale en materiële factoren die de geestelijke gezondheid van hun patiënten beïnvloeden.

Naast andere geuite wensen lijkt het belangrijk om het interdisciplinaire karakter van de deelnemers te verbreden en andere eerstelijnsprofessionals uit te nodigen om zich bij het opkomende netwerk aan te sluiten: verloskundigen, huisartsen, kinesitherapeuten, verpleegkundigen of zelfs verantwoordelijken van verenigingen die in contact staan met toekomstige en jonge ouders.

Welke instrumenten om de communicatie te verbeteren?

Aan het einde van de discussies was de vraag hoe het netwerk beter kon communiceren en hun kennis en expertise kon delen. Onder de voorgestelde instrumenten:

  • de werkgroepen;
  • de opleidingen;
  • de intervisie;
  • een cartografie van de spelers.

Een woordje over Bru-stars

Aan het hoofd van deze werkgroep: Bru-Stars. Dit Brusselse netwerk voor geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren werd opgericht als onderdeel van het nieuwe beleid voor geestelijke gezondheidszorg. Het heeft zich sinds de COVID-19-crisis sterk ontwikkeld en is op verschillende fronten actief (waaronder het al genoemde programma Crosslink). Maar zijn belangrijkste doel is om ondersteuning te bieden aan kinderen en jongeren, maar ook aan (toekomstige) ouders. Interdisciplinaire mobiele teams verplaatsen zich door heel Brussel, vooral in crisissituaties, maar ook voor een follow-up van maximaal een jaar. Het is nooit de persoon zelf die contact opneemt met de dienst, maar altijd de huisarts, de specialist, het ziekenhuis, de school … De psychologen van Bru-Stars zijn het eerste aanspreekpunt voor dringende psychologische zorg. Patiënten (of hun ouders) kunnen vervolgens een beroep doen op een andere psycholoog voor een follow-up op langere termijn (gemakkelijk te vinden op het nieuwe PsyBru platform).

 

→ Ben je een perinatale professional die geïnteresseerd is in deelname aan het programma Crosslink – Werkgroep Perinataliteit en vroege kinderjaren? Neem dan contact op met Caroline Grégoire van Bru-Stars: c.gregoire@bru-stars.be of haar collega Jessy Poels j.poels@bru-stars.be